Het rapport “Alsof je geen grenzen hebt” sprak mij direct aan. Niet alleen omdat ik zelf ook niet zo makkelijk in één hokje pas, maar vooral omdat het raakt aan iets wat vaak onbesproken blijft: hoe het is om als bi+ vrouw te leven in een wereld waarin je seksuele identiteit nog steeds verkeerd begrepen, genegeerd of geseksualiseerd wordt — en hoe dat alles van invloed is op hoe je seksueel geweld ervaart, of juist probeert te vergeten.
Een vergeten groep
We hebben het de laatste jaren steeds vaker over seksueel geweld. Gelukkig. Maar ik merk dat het vaak gaat over vrouwen in het algemeen of slachtoffers in het algemeen. Minder vaak staan we stil bij groepen binnen die groep — zoals bi+ vrouwen — die extra kwetsbaar zijn. En dat terwijl het rapport glashelder is: bi+ vrouwen maken bovengemiddeld vaak seksueel geweld mee. En ze zoeken minder snel hulp. Simpelweg omdat ze zich niet gehoord of begrepen voelen. Of erger nog: omdat ze bang zijn niet geloofd te worden of uit angst dat de omgeving zal denken dat ze het er zelf naar gemaakt hebben. Want een bi+ vrouw experimenteert tenslotte toch veel meer?
Een dubbel onbegrip
Wat me raakt in de verhalen uit het rapport is de constante botsing tussen twee werelden: de seksistische aannames waar álle vrouwen mee te maken krijgen, en de specifieke vooroordelen die op je geplakt worden als je bi+ bent. Alsof je seksleven per definitie open ligt. Alsof je altijd wel “in” bent voor iets. Alsof je grenzen vager zijn — of zelfs niet bestaan.
Ik ken de opmerking: “Dan wil je zeker ook wel een trio met een man en een vrouw?” En hoewel ik zelf nooit eerder stil had gestaan bij hoe mijn seksuele oriëntatie daar invloed op had, zet het rapport me aan het denken. Misschien heb ik me vaker ongemakkelijk gevoeld dan ik mezelf heb toegestaan om te voelen.
De mythe van beschikbaarheid
Wat bi+ vrouwen meemaken lijkt vaak op een optelsom van verkeerde aannames. Dat je niet weet wat je wil. Dat je altijd experimenteel bent. Dat je fase-achtig of instabiel bent. Die beeldvorming is schadelijk, zeker als je grens wordt overschreden. Want wat als iemand jouw “nee” niet serieus neemt omdat je toch al “alles” probeert? Wat als je het gevoel krijgt dat je het moet uitleggen, bewijzen, rechtvaardigen?
In het rapport komt pijnlijk duidelijk naar voren hoe vrouwen vertellen dat hun bi+ identiteit werd gebruikt als excuus of aanleiding voor grensoverschrijdend gedrag. En opnieuw is het confronterend om te beseffen hoe logisch het is dat sommige mensen pas jaren later – of zelfs nooit – over hun ervaring praten.
Een ongemakkelijke waarheid
Wat me blijft bijten is de gedachte dat hulp zoeken — als je überhaupt al durft — ook niet altijd veilig voelt. Niet als je moet uitleggen dat je biseksueel bent. Niet als je het idee hebt dat de hulpverlener denkt dat jij “verwarrend” bent. En al helemaal niet als je het gevoel krijgt dat je seksualiteit in twijfel wordt getrokken voordat je verhaal überhaupt echt gehoord is.
De grens telt. Altijd.
Wat ik hoop — nee, wat ik wíl — is dat dit rapport meer doet dan even rimpels maken in het maatschappelijke water. Dat het mensen aanzet om echt te luisteren. Niet alleen naar wat er gezegd wordt, maar ook naar wat er tussen de regels klinkt. Dat een hulpverlener niet alleen hoort wat je meemaakt, maar ook snapt wát het betekent om als bi+ vrouw door deze wereld te bewegen.
Want uiteindelijk draait het daar om, denk ik: dat jouw grens niet afhankelijk is van hoe iemand jouw seksualiteit begrijpt. Een grens is een grens. Punt.
Erkenning als beginpunt
We hoeven niet allemaal bi+ te zijn om ons in te kunnen leven. Maar het helpt wel als we ons bewust zijn van hoe identiteit meespeelt in hoe mensen geraakt kunnen worden. Seksueel geweld is niet één verhaal. Het zijn er veel. En juist die veelheid verdient aandacht.
Voor mij is dit rapport dan ook geen beleidsstuk, geen lijstje aanbevelingen. Het is een uitnodiging. Een uitnodiging om het gesprek breder te voeren, eerlijker, en met minder aannames. En vooral: om vaker te vragen, minder snel te oordelen, en meer te luisteren.
Juist omdat ik niet in het ‘standaard hokje’* pas, wil ik niet behandeld worden alsof dat mij speciaal maakt. Maar ik wil wél serieus genomen worden als mens. En dat begint met erkenning. Van wat ik voel. Van wat ik meemaak. Van wie ik ben.
* Met ‘standaard hokje’ bedoel ik het maatschappelijke uitgangspunt van heteroseksualiteit en een genderidentiteit die overeenkomt met het geboortegeslacht. Al geloof ik eerlijk gezegd dat niemand echt in een standaard hokje past.
Geschreven door Sarah Tulling
Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column of een gedicht over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.