Tag Archief van: seksualiteit

Doven en slechthorenden hebben niet vaker problemen op het gebied van intimiteit en seksualiteit dan horende mensen. Wel zijn er zaken waar zij tegenaan lopen waar horende mensen – dus ook partners – zich vaak niet meteen bewust van zijn.

 

Volgens het Nederlands Gebarencentrum zijn er in Nederland ongeveer 1,5 miljoen doven en slechthorenden. Elk verhaal over de achtergrond van en de omgang met gehoorverlies is weer anders. Zo is er aangeboren doofheid, aangeboren slechthorendheid, verworven slechthorendheid en plots- en laatdoofheid. Daarom is het begrijpelijk dat ook de invloed die een auditieve beperking op intimiteit en seksualiteit heeft sterk kan verschillen van persoon tot persoon, en deze uitwerking kan ook positief zijn. Ieder persoon ervaart dit op zijn/haar/hun eigen manier.

Een auditieve beperking & sociaal contact

Doven en slechthorenden krijgen de geluiden om hen heen niet (allemaal) mee, wat lastig kan zijn omdat geluiden en gesproken taal veel informatie geven over hoe het gesprek verloopt en wat er bij de ander gebeurt. Deze informatie kan alsnog worden opgepikt door naar de gesprekspartner(s) te kijken en te liplezen wat er wordt gezegd, of door iemands mimiek en lichaamshouding te “lezen” en zo te bepalen hoe een boodschap wordt bedoeld.

Voor veel dove en slechthorende mensen is de Nederlandse Gebarentaal hun moedertaal. Voor hen is het fijn als horende mensen kunnen gebaren zodat ze in hun eigen taal kunnen communiceren. Als dit niet het geval is dan vraagt dit van beide partijen dat zij zich aanpassen om ervoor te zorgen dat ze de ander begrijpen en zelf ook begrepen worden. Dit afstemmen op de ander en het verzamelen en verwerken van alle (onuitgesproken) informatie kan doven en slechthorenden veel tijd en energie kosten, waardoor zij sneller vermoeid raken. In grote(re) groepen wordt er vaak door elkaar heen gepraat en gebeurt er veel tegelijk, waardoor doven en slechthorenden soms signalen missen en zich buitengesloten kunnen gaan voelen. Mensen die eerder wel konden horen maar nu niet meer kunnen dat als een groot gemis ervaren en worstelen vaak met gevoelens als rouw, eenzaamheid en onzekerheid.

Tegenwoordig kan er in steeds meer gevallen online met geschreven taal gecommuniceerd worden, via de mail of in apps. Toch kunnen er zich situaties voordoen waarin een dove of slechthorende ongewild afhankelijk is van een ander, bijvoorbeeld wanneer iets alleen telefonisch geregeld kan worden.

Afstemmen en aflezen

Horende mensen kunnen tijdens intieme momenten aangeven wat ze wel of niet fijn vinden door dit uit te spreken of door geluiden te maken die aangeven of iets stimulerend of juist remmend werkt. Als een dove of slechthorende dit met gebaren wil vertellen dan kan het ervaren worden alsof de situatie wordt stilgelegd, omdat tegelijkertijd gebaren én doorgaan met het seksuele spel niet altijd samengaan.

Van dove en slechthorende mensen is bekend dat de andere zintuigen vaak beter werken, ook geven zij aan meer sensitief te zijn. Ze zijn meer visueel ingesteld, gevoeliger voor aanrakingen en hebben meer gevoel voor tast. Het is fijn als de sekspartner daarop afstemt. Als er meer via mimiek, lichaamshouding en oogcontact wordt gecommuniceerd kunnen dove en slechthorende personen makkelijker aflezen wat de ander wel of niet fijn vindt. Veel sekspartners geven aan dit zelf ook als fijn en intiem te ervaren.

Om elkaar en de communicatie goed te kunnen zien kan het fijn zijn om af te spreken dat het licht (gedempt) aan blijft tijdens het vrijen.

Expliciete gebaren

Gebarentaal is een beeldende taal en de gebaren rondom seksualiteit zijn nogal expliciet. Flirten en seksuele zaken bespreken kan daarom niet op “fluistertoon”: anderen zullen meekrijgen wat er wordt verteld. Een tip is om kleiner en wat lager dan midden in het gezichtsveld te gebaren, bijvoorbeeld half onder tafel of een beetje verdekt naast het lichaam, zodat omstanders de gebaren minder goed kunnen zien. De positieve kant van het feit dat deze gebaren zo expliciet zijn, is dat alles duidelijk en onomwonden wordt benoemd. Alle wensen, grenzen, behoeften en andere zaken rondom intimiteit en seksualiteit kunnen zonder risico op misverstanden worden besproken.

Doven en slechthorenden die een partner zoeken die net als zij een auditieve beperking heeft zijn aangewezen op de mensen in de dovengemeenschap. Omdat de dovengemeenschap relatief klein is, is de vijver waarin zij vissen dat ook. Als er sprake is geweest van een vervelende (seksuele) ervaring met een persoon uit deze gemeenschap dan is de kans groot dat de betrokkenen elkaar blijven tegenkomen. Ook wordt er onderling niet makkelijk en open over intieme of seksuele ervaringen gesproken omdat zo’n persoonlijk verhaal relatief snel rondgaat binnen de dovenwereld en dan een eigen leven gaat leiden.

Dan zijn er nog twee praktische punten. Gehoortoestellen kunnen gaan piepen tijdens lichamelijk contact, als ze dicht bij elkaar komen, en dat is een naar, verstorend geluid. Ook kan het remmend werken dat je er als dove of slechthorende rekening mee moet houden dat je het weliswaar zelf niet (goed) hoort als je geluiden maakt tijdens de seks… maar je buren misschien wel.

Seksuele voorlichting voor jongeren met een auditieve beperking

Van jongs af aan krijgen horende kinderen af en toe wat mee over seks, bijvoorbeeld wanneer ze hun ouders er onderling of met anderen over horen praten of omdat ze er iets over opvangen via social media of een tv-programma. Dove en slechthorende jongeren krijgen hier minder of niets van mee en missen dit incidentele leren. Daardoor hebben deze jongeren over het algemeen minder kennis over seksualiteit en intimiteit. Dit maakt dat ze afhankelijk zijn van het moment waarop hun ouders/verzorgers, familieleden, leerkrachten, begeleiders of vrienden over deze onderwerpen beginnen. Soms voelen de ouders/verzorgers zich niet gebarentaalvaardig genoeg om het gesprek over seksuele voorlichting met hun kind aan te gaan en dan hebben de leerkrachten hierin een belangrijke rol. Zij kunnen goed gebaren en kunnen daarmee alles vertellen en uitleggen. Daarbij is herhaling belangrijk, zodat de informatie er goed in kan slijten. Ook kan het helpend zijn om de informatie om te zetten in visueel beeldmateriaal zoals teksten, tekeningen, picto’s, foto’s en filmpjes.

Met de komst van internet is alle informatie veel toegankelijker geworden voor iedereen, dus ook voor dove en slechthorende jongeren. Veel apps en filmpjes bieden ondertiteling, zodat zij op die manier zelf op zoek kunnen gaan naar informatie over seksualiteit. Ze zullen daarbij echter niet altijd de nuance van filmpjes en informatie meekrijgen, daarom is het belangrijk dat deze nuance door ouders/verzorgers, leerkrachten of begeleiders wordt uitgelegd. Ook rolmodellen zijn belangrijk. Via deze rolmodellen kunnen ze nuances en vooral grenzen meekrijgen door te ervaren, leren en ontdekken. Dit stuk van de voorlichting leren de jongeren echt alleen van een doof of slechthorend rolmodel of door zich in de dovengemeenschap te begeven: het is niet iets wat horende ouders, leerkrachten en begeleiders kunnen meegeven en bijbrengen.

 

Tips van mensen met een auditieve beperking:

Het mooiste wat je voor een doof of slechthorend persoon kunt doen is diegene aankijken, rustig praten en duidelijk articuleren. Op die manier kan de ander goed liplezen en “verstaan” wat je zegt.

Dove en slechthorende mensen geven aan dat het belangrijk is dat het contact met de persoon zelf wordt aangegaan: praat met de persoon in plaats van over de persoon via de tolk of iemand anders. Het geeft niet als je niet kunt gebaren, maar probeer je best te doen op de communicatie. Deze inzet wordt erg gewaardeerd!

Dove en slechthorende mensen geven daarnaast één tip mee voor alle professionals die werken met mensen met een auditieve beperking: NIVEA (Niet Invullen Voor Een Ander). Ga niet zaken invullen voor de dove of slechthorende persoon, maar vraag het die persoon of vraag advies aan een ervaringsdeskundige.

Auteurs Gertruud Prinssen en Ditta Jansma-de Boer, adviseurs Relaties, Intimiteit en Seksualiteit binnen zorg en welzijn. Zij werken voor Kentalis, een organisatie voor mensen met een auditieve beperking. Ditta is tevens een van de trainers van Fabriek69

Leestip:

Wil je als professional vaardiger worden in het geven van seksuele voorlichting bij mensen met een (auditieve) beperking? Neem dan contact met ons op voor de mogelijkheden voor een training. Neem contact met ons op

 

Het rapport “Alsof je geen grenzen hebt” sprak mij direct aan. Niet alleen omdat ik zelf ook niet zo makkelijk in één hokje pas, maar vooral omdat het raakt aan iets wat vaak onbesproken blijft: hoe het is om als bi+ vrouw te leven in een wereld waarin je seksuele identiteit nog steeds verkeerd begrepen, genegeerd of geseksualiseerd wordt — en hoe dat alles van invloed is op hoe je seksueel geweld ervaart, of juist probeert te vergeten.

Een vergeten groep

We hebben het de laatste jaren steeds vaker over seksueel geweld. Gelukkig. Maar ik merk dat het vaak gaat over vrouwen in het algemeen of slachtoffers in het algemeen. Minder vaak staan we stil bij groepen binnen die groep — zoals bi+ vrouwen — die extra kwetsbaar zijn. En dat terwijl het rapport glashelder is: bi+ vrouwen maken bovengemiddeld vaak seksueel geweld mee. En ze zoeken minder snel hulp. Simpelweg omdat ze zich niet gehoord of begrepen voelen. Of erger nog: omdat ze bang zijn niet geloofd te worden of uit angst dat de omgeving zal denken dat ze het er zelf naar gemaakt hebben. Want een bi+ vrouw experimenteert tenslotte toch veel meer?

Een dubbel onbegrip

Wat me raakt in de verhalen uit het rapport is de constante botsing tussen twee werelden: de seksistische aannames waar álle vrouwen mee te maken krijgen, en de specifieke vooroordelen die op je geplakt worden als je bi+ bent. Alsof je seksleven per definitie open ligt. Alsof je altijd wel “in” bent voor iets. Alsof je grenzen vager zijn — of zelfs niet bestaan.

Ik ken de opmerking: “Dan wil je zeker ook wel een trio met een man en een vrouw?” En hoewel ik zelf nooit eerder stil had gestaan bij hoe mijn seksuele oriëntatie daar invloed op had, zet het rapport me aan het denken. Misschien heb ik me vaker ongemakkelijk gevoeld dan ik mezelf heb toegestaan om te voelen.

De mythe van beschikbaarheid

Wat bi+ vrouwen meemaken lijkt vaak op een optelsom van verkeerde aannames. Dat je niet weet wat je wil. Dat je altijd experimenteel bent. Dat je fase-achtig of instabiel bent. Die beeldvorming is schadelijk, zeker als je grens wordt overschreden. Want wat als iemand jouw “nee” niet serieus neemt omdat je toch al “alles” probeert? Wat als je het gevoel krijgt dat je het moet uitleggen, bewijzen, rechtvaardigen?

In het rapport komt pijnlijk duidelijk naar voren hoe vrouwen vertellen dat hun bi+ identiteit werd gebruikt als excuus of aanleiding voor grensoverschrijdend gedrag. En opnieuw is het confronterend om te beseffen hoe logisch het is dat sommige mensen pas jaren later – of zelfs nooit – over hun ervaring praten.

Een ongemakkelijke waarheid

Wat me blijft bijten is de gedachte dat hulp zoeken — als je überhaupt al durft — ook niet altijd veilig voelt. Niet als je moet uitleggen dat je biseksueel bent. Niet als je het idee hebt dat de hulpverlener denkt dat jij “verwarrend” bent. En al helemaal niet als je het gevoel krijgt dat je seksualiteit in twijfel wordt getrokken voordat je verhaal überhaupt echt gehoord is.

De grens telt. Altijd.

Wat ik hoop — nee, wat ik wíl — is dat dit rapport meer doet dan even rimpels maken in het maatschappelijke water. Dat het mensen aanzet om echt te luisteren. Niet alleen naar wat er gezegd wordt, maar ook naar wat er tussen de regels klinkt. Dat een hulpverlener niet alleen hoort wat je meemaakt, maar ook snapt wát het betekent om als bi+ vrouw door deze wereld te bewegen.

Want uiteindelijk draait het daar om, denk ik: dat jouw grens niet afhankelijk is van hoe iemand jouw seksualiteit begrijpt. Een grens is een grens. Punt.

Erkenning als beginpunt

We hoeven niet allemaal bi+ te zijn om ons in te kunnen leven. Maar het helpt wel als we ons bewust zijn van hoe identiteit meespeelt in hoe mensen geraakt kunnen worden. Seksueel geweld is niet één verhaal. Het zijn er veel. En juist die veelheid verdient aandacht.

Voor mij is dit rapport dan ook geen beleidsstuk, geen lijstje aanbevelingen. Het is een uitnodiging. Een uitnodiging om het gesprek breder te voeren, eerlijker, en met minder aannames. En vooral: om vaker te vragen, minder snel te oordelen, en meer te luisteren.

Juist omdat ik niet in het ‘standaard hokje’* pas, wil ik niet behandeld worden alsof dat mij speciaal maakt. Maar ik wil wél serieus genomen worden als mens. En dat begint met erkenning. Van wat ik voel. Van wat ik meemaak. Van wie ik ben.

* Met ‘standaard hokje’ bedoel ik het maatschappelijke uitgangspunt van heteroseksualiteit en een genderidentiteit die overeenkomt met het geboortegeslacht. Al geloof ik eerlijk gezegd dat niemand echt in een standaard hokje past.

 

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column of een gedicht  over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Het zingt nog na in mijn hoofd: ‘ik heb zélfs mijn vrouw niet verkracht’. Het klonk bijna alsof hij er een lintje voor verwachtte… De documentaire Blauwe Ballen en andere verkrachtingsmythes van Sunny Bergman, te zien op NPO Start, biedt een blik op het fenomeen ‘blauwe ballen’ dat voorkomt wanneer seksuele opwinding niet wordt gevolgd door een orgasme. Het kan leiden tot pijn of ongemak in de testikels. Hoewel het vaak als onschuldig wordt gezien, heeft het invloed op hoe mannen hun seksualiteit ervaren en over seks praten.

De documentaire gaat verder dan alleen dit fenomeen. Het geeft een podium aan de bredere discussie over seksualiteit en de taboes die ermee gepaard gaan. Blauwe Ballen biedt een eerlijk en puur perspectief, waardoor kijkers zich bewuster worden van de complexiteit van seksualiteit én seksueel geweld.

Seksueel geweld zonder geweld

Uiteraard komen vrouwen aan het woord die stuk voor stuk slachtoffer zijn van seksueel geweld, maar de focus ligt niet alleen op slachtoffers van seksueel geweld, ook op de pleger. De pleger: niet de stereotiepe vreemdeling in een donker steegje, maar de “gewone man”: een vriend, partner, collega of klasgenoot. Hoe zien zij hun eigen gedrag?

Om dit te onderzoeken, reist Bergman met een mobiel spiegelhuisje door het land. Mannen worden uitgenodigd om naar binnen te stappen en na te denken over hun eigen grenzen en gedrag. De gesprekken die hieruit voortvloeien zijn eerlijk, soms ontwijkend, maar ook kwetsbaar. Ervaren ze het ongemak? Vinden ze het moeilijk om (serieus) over seksualiteit te praten? Of misschien zelfs naar het eigen gedrag te kijken? Geen enkele man ziet zichzelf als verkrachter, maar meerdere mannen geven aan dat ze misschien, wellicht, mogelijk wel over de grens zijn gegaan, maar zonder dat ze zich dat destijds volledig beseften: “Ik dacht dat het gewoon een misverstand was, maar misschien wilde zij echt niet.”

Het is belangrijk om te begrijpen dat seksueel geweld in de meeste gevallen helemaal niet gepaard gaat met (fysiek) geweld. Het kan ook psychologisch zijn, zoals manipulatie of dwang of een gebrek aan communicatie. Dit maakt het probleem complexer en moeilijker voor zowel slachtoffers als plegers om het te herkennen en erover te spreken.

Maak de vrouwen weerbaar

Bergman laat ook de advocatuur, politie en het OM aan het woord. Gerard Spong liet mij verbijsterd achter door de wijze waarop hij spreekt over vrouwen en verkrachting. Hij stelt namelijk dat vrouwen zich vaak snel laten verkrachten. Volgens hem geven ze hun verzet snel op. De advocaat beweert dat wanneer vrouwen weerbaarder zouden zijn, het aantal verkrachtingen zou afnemen. Hij vindt dat vrouwen niet zouden moeten “bevriezen” in zulke situaties, maar actief zouden moeten reageren.

Bevriezen is een volkomen normaal overlevingsmechanisme. In stressvolle en gevaarlijke situaties, zoals bij verkrachting, kunnen mensen letterlijk bevriezen door de enorme stress en angst. Dit is een instinctieve reactie van het lichaam die geen controle of bewuste keuze is. Na zo’n gebeurtenis kan het slachtoffer zich schuldig voelen en zichzelf verwijten onvoldoende verzet te hebben gepleegd, maar dat betekent niet dat de vrouw verantwoordelijk is voor de aanval. Gerard is een intelligente man en ik kan me niet voorstellen dat hij niks afweet van overlevingsmechanismen. Ik kan me wel heel goed voorstellen dat Gerard het de komende tijd nóg drukker gaat krijgen met het bijstaan van plegers.

Hertraumatisering door het systeem

Ik kijk met een positief gevoel terug op mijn ervaring met politie nadat ikzelf seksueel geweld meemaakte. Ik heb een begripvolle en zorgvuldige bejegening en aanpak van mijn zaak ervaren, maar Blauwe ballen en andere verkrachtingsmythes laat zien hoe slachtoffers die de moed hebben om aangifte te doen, helaas opnieuw getraumatiseerd kunnen raken door het doen van aangifte en het proces dat daarop volgt. In de documentaire horen we schrijnende verhalen over hoe zij door politie werden ondervraagd op een manier die voelt als wantrouwen of victim blaming.

Vragen als “Wat had je aan?”, “Heb je wel duidelijk ‘nee’ gezegd?” of “Waarom ging je met hem mee naar huis?” klinken voor veel slachtoffers als impliciete verwijten. Bergman laat zien hoe dit soort vraagstelling, hoewel juridisch bedoeld om de waarheid boven tafel te krijgen, in de praktijk kan leiden tot gevoelens van schaamte, schuld en ongeloof. Ook de lange wachttijden en het feit dat veel zaken zonder rechtszaak worden geseponeerd, dragen bij aan het gevoel dat slachtoffers er alleen voor staan en besluiten om toch geen aangifte te doen. Want is de straf uiteindelijk bedoeld voor de plegers of voor de slachtoffers?

Jong geleerd

De documentaire benadrukt het belang van seksuele voorlichting aan de jeugd. In de documentaire worden leerlingen uitgedaagd na te denken over wat instemming betekent, hoe je signalen herkent én hoe je je eigen grenzen aangeeft.

Wat opvalt, is hoe weinig jongeren eigenlijk weten over deze thema’s. Voorlichting biedt een kans om misverstanden over grenzen en seks te verhelderen en open gesprekken te voeren. Door deze onderwerpen bespreekbaar te maken, worden kinderen en jongvolwassenen meer bewust van wat er speelt in hun lichaam en geest. Hoe goed is het om kinderen op de basisschool al te leren dat als een meisje een blote buik toont, ze niet automatisch toestemming geeft om die aan te raken? Door het gesprek aan te gaan en ruimte te creëren voor vragen en twijfels, laat blauwe ballen zien hoe essentieel het is om seksuele vorming niet te beperken tot de biologie, maar juist te richten op communicatie, respect en zelfreflectie.

Het zou zomaar kunnen dat meer onderwijs over grenzen, seksueel gedrag en geweld wél de verkrachtingscijfers verlaagt, Gerard.

 

 

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column of een gedicht  over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Verhalen over seksueel misbruik en machtsmisbruik worden steeds vaker blootgelegd, maar die in professionele en onderwijsomgevingen hoor ik maar weinig. Gebeurt het daar minder? Onwaarschijnlijk. De verhaallijn in de serie ‘de f*ckulteit’ waarin Anouk wordt geconfronteerd met de verwoestende gevolgen van seksueel misbruik door professor Hartman, haar professor aan de universiteit, onthult de complexiteit van seksueel misbruik in deze setting. Het verhaal werpt een kritisch licht op de subtiliteit van manipulatie, het onterecht beschuldigen van slachtoffers (victim blaming) en de positie van (in dit geval) vrouwen in situaties van machtsmisbruik.

Meester in manipulatie

Professor Hartman is een manipulator in hart en nieren. Hij maakt gebruik van zijn positie als autoriteit en charismatische voorkomen om studenten, zoals Anouk, in zijn greep te krijgen. Door zijn charme en het beloven van academisch succes, lokt hij Anouk en andere studenten in een situatie waar ze zich emotioneel verbonden voelen met hem. Hij past een veelvoorkomende tactiek van plegers van seksueel misbruik toe: hij draait de situatie om door te zeggen dat de ander actief flirtte of zelf initiatief nam.

Wanneer Anouk verliefd wordt op de professor, denkt ze dat haar gevoelens oprecht zijn, maar de realiteit is dat haar situatie wordt gekleurd door de manipulatie van de professor. Hij doet haar geloven dat hun relatie speciaal is. Ook na de relatie blijft de professor opduiken en controle en macht op Anouk uitoefenen. De invloed van de manipulatie komt pas echt aan het licht wanneer Anouk als advocaat de professor weer tegenkomt en geconfronteerd wordt met de gevolgen van haar contact met hem. Want ook dan blijft hij zaken omdraaien en laat hij Anouk geloven dat het aan haar lag en dat het tussen hen ‘anders is’. Hij manipuleert haar door haar een bijzonder gevoel te geven.

‘Je hebt je vast omhoog gewerkt’

Anouk wordt als vrouw geconfronteerd met een enorme maatschappelijke druk en beschuldigingen door anderen. Collega’s maken toespelingen waarbij ze haar beschuldigen dat ze zich ‘omhoog gewerkt’ heeft. Dit is een voorbeeld van victim blaming, waarbij de schuld van seksueel misbruik wordt verschoven naar het slachtoffer, in dit geval Anouk. Haar ‘keuze’ om met de professor in bed te stappen, wordt gezien als een tactiek om vooruit te komen, terwijl de echte misdaad in de manipulatie van de professor ligt en de ongelijke verhouding tussen Anouk en professor Hartman. Anouk zelf bagatelliseert het misbruik. Ze verdedigt zichzelf door te zeggen dat ze meerderjarig was en dat ze er zelf bij was en dat ze de relatie vrijwillig is aangegaan. De verwarring is enorm, want waar stopt vrijwilligheid en waar begint misbruik? In ‘de f*ckulteit’ begint het misbruik simpelweg bij de ongelijkwaardige verhouding tussen een student en een professor. Anouks reactie valt echter logisch te verklaren: erkennen dat er misbruik van je is gemaakt, is moeilijk. We steken liever onze kop in het zand door te denken dat we het zelf wilden. Het is een manier voor slachtoffers om de controle over hun eigen verhaal terug te krijgen.

De geschiedenis herhaalt zich

Wanneer Anouks stagiaire eenzelfde ervaring heeft met de professor, werpt dat nieuw licht op de onderliggende mechanismen van machtsmisbruik en manipulatie. Wanneer de stagiaire zich uiteindelijk uitspreekt, reageert Anouk zelfs in eerste instantie met ontkenning: “Kan het zijn dat je niet alles vertelt en gewoon heel erg met hem stond te flirten?” Dit is wederom een klassiek voorbeeld van victim blaming, waarbij de schuld wordt gezocht bij de stagiaire in plaats van de pleger in kwestie. Anouk houdt vast aan de gedachte dat ook zij zelf de relatie met Hartman aanging en dat er geen sprake is van misbruik. Ze wil het verhaal van de stagiaire in de doofpot stoppen. Anouk reageert op haar stagiaire zoals anderen op haar hebben gereageerd en ook hoe Anouk zelf naar haar situatie kijkt: met zelfverwijt.

Anouks moeder, die Anouk in vertrouwen had genomen nadat de professor haar verkracht heeft in een steegje, geeft haar ook de schuld. “Je zei zelf dat jullie gedronken hadden en je bent ook zo’n mooie meid,” zegt haar moeder, wat niet alleen victim blaming is, maar ook het idee bevestigt dat het gedrag van de professor niet serieus wordt genomen. Hij komt overal mee weg. Dit is een hardnekkig probleem in veel gevallen van seksueel misbruik, waar de nadruk door de omgeving vaak ligt op de keuzes van het slachtoffer, zoals hun uiterlijk of gedrag, in plaats van op de daden van de pleger.

Victim blaming helpt mensen om te kunnen blijven geloven in een veilige wereld waarin er geen plegers bestaan en om te blijven geloven dat het hen zelf nooit zou overkomen. Het idee dat het slachtoffer in een situatie van seksueel misbruik zichzelf in de problemen heeft gebracht door bepaald gedrag of door de pleger te stimuleren, is eerder te accepteren of te geloven dan dat er daadwerkelijk mensen zijn die anderen seksueel misbruiken.

Falend systeem

De manipulatie door de professor wordt nog versterkt door alle mensen die hem omarmen en ondersteunen. Zo is de vertrouwenspersoon op de universiteit, de persoon die idealiter het slachtoffer zou moeten helpen, in werkelijkheid de secretaresse van de professor. Dit creëert een onmogelijke situatie voor studenten die zich misbruikt voelen; ze kunnen zich niet veilig uitspreken omdat het systeem hen niet ondersteunt. Het vertrouwen is volledig verloren, en de professor blijft ongestraft, wat de machtsstructuren binnen het onderwijs en andere professionele omgevingen blootlegt. Dit is een grimmig beeld van hoe slachtoffers van seksueel misbruik vaak worden geïsoleerd en gedwongen om in stilte te lijden.

Het gesprek op gang houden

De serie werpt een scherp licht op de complexe en destructieve aard van seksueel misbruik in machtsverhoudingen binnen een universitaire en professionele context en hoe slachtoffers vaak gevangen zitten tussen zelfbeschuldiging en de veroordelingen van anderen. Anouks reis is er een van zelfherstel, maar ook van het blootleggen van de diepgewortelde problemen binnen een systeem dat zowel plegers beschermt als slachtoffers stigmatiseert. Het is een krachtig verhaal dat een indringend gesprek op gang kan houden over machtsmisbruik, seksuele manipulatie en de noodzaak om victim blaming en de excuses voor plegers te doorbreken. En dat blijft nodig.

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column, gedicht etc over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Ik ben in de war. Mijn hoofd tolt, het lijkt zo klaar als een klontje, maar dat is het niet. De film ‘Babygirl’ met Nicole Kidman in de hoofdrol en geschreven en geregisseerd door de Nederlandse Halina Reijn wordt met open armen ontvangen. Ook door mij, maar hij verwart me ook. Op Wikipedia lees ik: De hooggeplaatste CEO Romy (Nicole Kidman) begint een verboden romance met de veel jongere en innemende stagiair Samuel (Harris Dickinson), waarmee ze het huwelijk met haar echtgenoot Jacob (Antonio Banderas) op het spel zet. Op het filmfestival in Venetië werd de film aan het publiek getoond en kreeg een minutenlange staande ovatie. Maar kijken we niet naar een seksueel misbruik situatie?

Machtsverhouding

De dag dat ik ben begonnen aan dit artikel over de film ‘Babygirl’, spreek ik af met een vriendin om te lunchen. We bespreken alles wat in onze levens speelt tot ze uit het niets zegt dat ik écht naar ‘Babygirl’ moet gaan. Ze vindt het een topfilm. De film toont verschillende interessante thema’s. Zo staat het in het teken van het omarmen van de seksualiteit van de vrouw, van de bevrijde vrouw, van de vrouw die gaat staan voor haar eigen behoeften. Ze kijkt me bedenkelijk aan als ik uitleg dat het me verwart en ik me afvraag in hoeverre in de film een inkijkje wordt gegeven in hoe seksueel misbruik kan ontstaan. Ik vertel haar over de rol van de machtsverhouding. Romy is een CEO en Samuel een stagiaire. ‘Dat klopt’, zegt ze, ‘maar het is Samuel die in de relatie macht heeft over Romy en niet andersom’.

Moraal van het verhaal

En als we het eens omdraaien; Stel dat Romy geen vrouw was, maar een man, en Samuel geen mannelijke, maar een vrouwelijke stagiaire… Kijk ik er dan nog hetzelfde naar? Zou de machtige man dan ook geprezen worden om zijn seksualiteit? Waarschijnlijker is het dat ik dan concludeer dat hij zich naar zijn positie moet gedragen. Óok als hij verleid wordt. Ik merk bij mezelf dat mijn hoofd hierin niet samenwerkt met mijn gevoelens. Ik heb vooral vragen, geen antwoorden. Hebben we te maken met een dubbele moraal? Seksueel misbruik? Grensoverschrijdend gedrag? Gaat het dan alleen maar over seksueel misbruik of grensoverschrijdend gedrag als de man de macht heeft over de vrouw? En wat bedoelen we eigenlijk met ‘macht’ en ‘machtsverhouding’? Als ik Wikipedia nog eens raadpleeg en vraag wat de definitie van seksueel misbruik is, staat er: ‘Seksueel misbruik is seksueel grensoverschrijdend gedrag waarbij misbruik wordt gemaakt van een leeftijds– of machtsverschil. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij seks tussen een volwassene met een kind, een leerkracht met een leerling of een hulpverlener met een cliënt. Seksueel misbruik van minderjarigen wordt kindermisbruik genoemd.’ Er is sprake van machtsverschil ‘in het voordeel van’ Romy, maar telt het als misbruik, wanneer niet zij, maar Samuel tot verleiding overgaat? Maakt Romy werkelijk misbruik van Samuel? Of Samuel juist van Romy? Wikipedia geeft niet de gehoopte duidelijkheid.

Normen

Mijn vriendin kijkt me onderzoekend aan; ze houdt van de spanningsvelden en (vijftig tinten) grijze gebieden. Ze legt me uit hoe zij het ziet: ‘Ik zie een vrouw die getriggerd wordt op haar trauma’s en daardoor in een relatie belandt waarvan ze de gevolgen nog niet kan inschatten. Ze heeft een ‘papa’ issue.’ Wie misbruikt dan wie? Of nee; er is geen sprake van misbruik. Er is gewoon sprake van toestemming tussen twee volwassenen, waarbij de macht is omgekeerd en de macht niks meer te maken heeft met status en positie in de hiërarchische zin van het woord. En het is geen conservatieve relatie die zij aangaan en vast ethisch verwerpelijk. De relatie en de seksualiteit passen niet bij de mainstream visie op hoe het hoort. Ze ademen wellicht andere normen en waarden dan de maatschappelijk geaccepteerden. Maar misbruik? Grensoverschrijdend? Is daar sprake van als beide partijen volwassen zijn en de wens hebben die relatie aan te gaan?

Glad ijs

Er rest mij niks anders dan terug te gaan naar de kern en tegen mezelf te zeggen wat ik zo vaak tegen slachtoffers zeg. Er is soms een verschil tussen wat volgens de wet een strafbaar feit is en wat onder seksueel misbruik wordt verstaan én hoe het voelt. Als het niet oké voelt, dan is het niet oké. Romy en Samuel zijn volwassen en er is sprake van consent. Ja, ze begeven zich op glad ijs, maar vooral met betrekking tot de ethische dilemma’s, persoonlijke beweegredenen en gevoelens.

Ongezien

Ik schrijf dit alles redelijk blanco. Als in: ik heb de film nog niet gezien. Ik moet het doen met de trailer, recensies, interview met Halina Reijn en gesprekken met en de meningen van anderen. In het geval van schrijven over ‘Babygirl’ voelde ik vooral de behoefte om vragen te stellen. Niet om antwoorden te formuleren. Ik wilde juist de nuance zoeken in het vraagstuk zonder de uitkomst van de film zelf te kennen.

Ga ik de film zien? Zeker. Zullen mijn vragen beantwoord worden? Vast niet.

Na het voltooien van dit artikel heb ik Babygirl alsnog gezien. Zoals ik verwachtte, heeft het niks veranderd. Er zijn hooguit vragen en discussiepunten bij gekomen en ik heb er mooie gesprekken over gevoerd, maar er zijn geen vragen beantwoord.

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column, gedicht etc over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.