Soms lees ik een nieuwsbericht dat zich niet laat verwerken. Een nieuwsbericht dat blijft steken. Dat geen ruimte biedt voor nuance en zich juist daardoor opdringt. Zoals het verhaal van een 21-jarige vrouw die stierf na een avond die de verdachte – haar huisgenoot, een man van 31 – later ‘erotisch’ noemde. Zij zou zijn gestikt tijdens orale seks, terwijl ze zwaar onder invloed was. Hij filmde haar, sprak haar toe op denigrerende toon en deelde video’s via Snapchat.

Ik weet niet wat me het meest misselijk maakt. De dood. De beelden. Het delen. Het feit dat hij zei dat hij zich er niets van herinnert. Of dat hij beweert dat haar overlijden niet met de seks te maken had, terwijl ze overduidelijk weerloos was.

Weerloos
Ik blijf haken aan dat woord: weerloos. Het staat er bijna terloops, maar het is zo allesomvattend. Ze was weerloos. En hij had daar macht over. Telkens als ik het teruglees, slaat dat besef elke keer opnieuw in. De beelden bevestigen het, zegt justitie: hij had de regie. Hij ‘deelde de lakens uit’. En zij? Zij gaf over, lag buiten bewustzijn op de bank. Op enig moment stopte ze met ademen.

Ik probeer me haar voor te stellen die avond. Niet om haar te beoordelen, maar juist om haar mens te maken. Een jonge vrouw die bij iemand in huis woonde, met wie ze een drankje dronk, een jonge vrouw die misschien dacht dat het een normale avond zou worden of in elk geval geen laatste. De avond verliep alleen niet normaal. Hij maakte opnames. Hij deelde ze. Hij vernederde haar.

Toestemming
En dan is er dat eenvoudige maar alleszeggende principe dat we zijn gaan kennen via het filmpje Consent: it’s simple as tea van Thames Valley Police. Daarin wordt uitgelegd hoe absurd het zou zijn om iemand thee te geven als die bewusteloos is. Of om te blijven proberen die thee in iemands mond te gieten als diegene niet reageert. Iedereen begrijpt: dat is heel iets anders dan iemand thee aanbieden: dat is dwang.

Hetzelfde geldt voor seks. Iemand die buiten bewustzijn is, die overgeeft, die niet meer aanspreekbaar is, kan geen toestemming geven. Geen ‘ja’, geen nee, geen grens. Seks met iemand die daar geen uitdrukkelijke, wakkere instemming voor kan geven, is geen seks. Dat is grensoverschrijding. Dat is verkrachting.

Een ander woord voor moord?
De aanklacht luidt: seksueel binnendringen van een in onmacht verkerend persoon, met de dood tot gevolg. Dertig maanden cel wordt geëist. Tweeënhalf jaar.

Ik probeer dat te laten bezinken. Tweeënhalf jaar voor een leven dat eindigde tijdens een daad waar zij nooit toestemming voor kon geven. Omdat ze niet bij kennis was. Omdat ze niet meer kon spreken. Omdat haar stem – letterlijk – uitviel.

Is dit dan hoe we seksueel geweld noemen als het leidt tot de dood? Seksueel binnendringen, onmacht, overlijden. Ik zoek naar woorden, maar elk woord voelt als een doekje voor het bloeden. Geen van de termen dekt de lading van wat hier is gebeurd.

Verlies
Haar moeder was al overleden. Haar vader ook. Nu is zij weg. Een tante sprak namens de familie. De relatie tussen het meisje en de man was ‘onveilig en ongezond’, zei ze. Een understatement, vermoed ik, waar verdriet en onmacht in verscholen liggen. Want hoe vertel je in de rechtszaal over een geliefde die op deze manier uit het leven werd getrokken?

Er is nog zoveel dat we niet weten. De telefoon van het meisje bevat een urenlange geluidsopname van die avond, maar kan niet worden geopend. Het voelt als een metafoor: de waarheid zit achter slot en grendel, net als haar stem, haar kant van het verhaal.

Wat rest
Ik schrijf dit stuk met tegenzin. Alles in mij wil het niet weten, niet zien, niet voelen. Maar ik wil ook niet wegkijken. Want deze dood is niet alleen van haar, niet alleen van die avond. Het is ook een verhaal over hoe wij als samenleving omgaan met toestemming, met macht, met vrouwenlichamen, met het gemak waarmee we iets erotisch noemen wat in feite gewelddadig is.

Het is een verhaal waarvoor ik geen slotzin heb. Alleen dit: er is een jonge vrouw gestorven. En ik weet niet of ik ooit echt zal begrijpen hoe dat kon gebeuren.

 

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column of een gedicht  over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Het rapport “Alsof je geen grenzen hebt” sprak mij direct aan. Niet alleen omdat ik zelf ook niet zo makkelijk in één hokje pas, maar vooral omdat het raakt aan iets wat vaak onbesproken blijft: hoe het is om als bi+ vrouw te leven in een wereld waarin je seksuele identiteit nog steeds verkeerd begrepen, genegeerd of geseksualiseerd wordt — en hoe dat alles van invloed is op hoe je seksueel geweld ervaart, of juist probeert te vergeten.

Een vergeten groep

We hebben het de laatste jaren steeds vaker over seksueel geweld. Gelukkig. Maar ik merk dat het vaak gaat over vrouwen in het algemeen of slachtoffers in het algemeen. Minder vaak staan we stil bij groepen binnen die groep — zoals bi+ vrouwen — die extra kwetsbaar zijn. En dat terwijl het rapport glashelder is: bi+ vrouwen maken bovengemiddeld vaak seksueel geweld mee. En ze zoeken minder snel hulp. Simpelweg omdat ze zich niet gehoord of begrepen voelen. Of erger nog: omdat ze bang zijn niet geloofd te worden of uit angst dat de omgeving zal denken dat ze het er zelf naar gemaakt hebben. Want een bi+ vrouw experimenteert tenslotte toch veel meer?

Een dubbel onbegrip

Wat me raakt in de verhalen uit het rapport is de constante botsing tussen twee werelden: de seksistische aannames waar álle vrouwen mee te maken krijgen, en de specifieke vooroordelen die op je geplakt worden als je bi+ bent. Alsof je seksleven per definitie open ligt. Alsof je altijd wel “in” bent voor iets. Alsof je grenzen vager zijn — of zelfs niet bestaan.

Ik ken de opmerking: “Dan wil je zeker ook wel een trio met een man en een vrouw?” En hoewel ik zelf nooit eerder stil had gestaan bij hoe mijn seksuele oriëntatie daar invloed op had, zet het rapport me aan het denken. Misschien heb ik me vaker ongemakkelijk gevoeld dan ik mezelf heb toegestaan om te voelen.

De mythe van beschikbaarheid

Wat bi+ vrouwen meemaken lijkt vaak op een optelsom van verkeerde aannames. Dat je niet weet wat je wil. Dat je altijd experimenteel bent. Dat je fase-achtig of instabiel bent. Die beeldvorming is schadelijk, zeker als je grens wordt overschreden. Want wat als iemand jouw “nee” niet serieus neemt omdat je toch al “alles” probeert? Wat als je het gevoel krijgt dat je het moet uitleggen, bewijzen, rechtvaardigen?

In het rapport komt pijnlijk duidelijk naar voren hoe vrouwen vertellen dat hun bi+ identiteit werd gebruikt als excuus of aanleiding voor grensoverschrijdend gedrag. En opnieuw is het confronterend om te beseffen hoe logisch het is dat sommige mensen pas jaren later – of zelfs nooit – over hun ervaring praten.

Een ongemakkelijke waarheid

Wat me blijft bijten is de gedachte dat hulp zoeken — als je überhaupt al durft — ook niet altijd veilig voelt. Niet als je moet uitleggen dat je biseksueel bent. Niet als je het idee hebt dat de hulpverlener denkt dat jij “verwarrend” bent. En al helemaal niet als je het gevoel krijgt dat je seksualiteit in twijfel wordt getrokken voordat je verhaal überhaupt echt gehoord is.

De grens telt. Altijd.

Wat ik hoop — nee, wat ik wíl — is dat dit rapport meer doet dan even rimpels maken in het maatschappelijke water. Dat het mensen aanzet om echt te luisteren. Niet alleen naar wat er gezegd wordt, maar ook naar wat er tussen de regels klinkt. Dat een hulpverlener niet alleen hoort wat je meemaakt, maar ook snapt wát het betekent om als bi+ vrouw door deze wereld te bewegen.

Want uiteindelijk draait het daar om, denk ik: dat jouw grens niet afhankelijk is van hoe iemand jouw seksualiteit begrijpt. Een grens is een grens. Punt.

Erkenning als beginpunt

We hoeven niet allemaal bi+ te zijn om ons in te kunnen leven. Maar het helpt wel als we ons bewust zijn van hoe identiteit meespeelt in hoe mensen geraakt kunnen worden. Seksueel geweld is niet één verhaal. Het zijn er veel. En juist die veelheid verdient aandacht.

Voor mij is dit rapport dan ook geen beleidsstuk, geen lijstje aanbevelingen. Het is een uitnodiging. Een uitnodiging om het gesprek breder te voeren, eerlijker, en met minder aannames. En vooral: om vaker te vragen, minder snel te oordelen, en meer te luisteren.

Juist omdat ik niet in het ‘standaard hokje’* pas, wil ik niet behandeld worden alsof dat mij speciaal maakt. Maar ik wil wél serieus genomen worden als mens. En dat begint met erkenning. Van wat ik voel. Van wat ik meemaak. Van wie ik ben.

* Met ‘standaard hokje’ bedoel ik het maatschappelijke uitgangspunt van heteroseksualiteit en een genderidentiteit die overeenkomt met het geboortegeslacht. Al geloof ik eerlijk gezegd dat niemand echt in een standaard hokje past.

 

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column of een gedicht  over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

In deze aflevering gaat Christel in gesprek met Joyce Grul. Zij werkt als programmamanager Seksuele Veiligheid aan de Universiteit Maastricht. Hier is zij verantwoordelijk voor het ontwikkelen en implementeren van een universiteitsbreed, wetenschappelijk onderbouwd programma ter preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag en voor het verbeteren van de respons wanneer het zich voordoet. Ze is alumna van de universiteit en haar roots liggen bij de opleiding geneeskunde. Seksueel welzijn loopt als een rode draad door haar studies en werk, en ze krijgt energie van het bespreekbaar maken van onderwerpen waar vaak nog een taboe op rust.

In deze podcast staan we stil bij wat er op Universiteit Maastricht op dit gebied gedaan wordt en voor welke uitdagingen zij staan met betrekking tot het inbedden van een structurele aanpak.

Joyce licht toe welke vijf pijlers zij hebben in het programma seksuele veiligheid.

* Training voor studenten

* Training voor medewerkers

* Procedures en beleid

* Communicatie zowel intern als bewustwordingscampagnes

* Monitoring en evaluatie

Luister deze aflevering wanneer je meer wil leren over hoe er binnen Universiteit Maastricht wordt gewerkt aan seksuele veiligheid.En welke lessen en aanbevelingen Joyce heeft voor andere universiteiten en hogescholen.

Wil je ook binnen jouw onderwijsinstelling een scholing op dit terrein? Neem dan contact met ons op om meer te leren over onze mogelijkheden! Mail naar: info@fabriek69.nl

Het zingt nog na in mijn hoofd: ‘ik heb zélfs mijn vrouw niet verkracht’. Het klonk bijna alsof hij er een lintje voor verwachtte… De documentaire Blauwe Ballen en andere verkrachtingsmythes van Sunny Bergman, te zien op NPO Start, biedt een blik op het fenomeen ‘blauwe ballen’ dat voorkomt wanneer seksuele opwinding niet wordt gevolgd door een orgasme. Het kan leiden tot pijn of ongemak in de testikels. Hoewel het vaak als onschuldig wordt gezien, heeft het invloed op hoe mannen hun seksualiteit ervaren en over seks praten.

De documentaire gaat verder dan alleen dit fenomeen. Het geeft een podium aan de bredere discussie over seksualiteit en de taboes die ermee gepaard gaan. Blauwe Ballen biedt een eerlijk en puur perspectief, waardoor kijkers zich bewuster worden van de complexiteit van seksualiteit én seksueel geweld.

Seksueel geweld zonder geweld

Uiteraard komen vrouwen aan het woord die stuk voor stuk slachtoffer zijn van seksueel geweld, maar de focus ligt niet alleen op slachtoffers van seksueel geweld, ook op de pleger. De pleger: niet de stereotiepe vreemdeling in een donker steegje, maar de “gewone man”: een vriend, partner, collega of klasgenoot. Hoe zien zij hun eigen gedrag?

Om dit te onderzoeken, reist Bergman met een mobiel spiegelhuisje door het land. Mannen worden uitgenodigd om naar binnen te stappen en na te denken over hun eigen grenzen en gedrag. De gesprekken die hieruit voortvloeien zijn eerlijk, soms ontwijkend, maar ook kwetsbaar. Ervaren ze het ongemak? Vinden ze het moeilijk om (serieus) over seksualiteit te praten? Of misschien zelfs naar het eigen gedrag te kijken? Geen enkele man ziet zichzelf als verkrachter, maar meerdere mannen geven aan dat ze misschien, wellicht, mogelijk wel over de grens zijn gegaan, maar zonder dat ze zich dat destijds volledig beseften: “Ik dacht dat het gewoon een misverstand was, maar misschien wilde zij echt niet.”

Het is belangrijk om te begrijpen dat seksueel geweld in de meeste gevallen helemaal niet gepaard gaat met (fysiek) geweld. Het kan ook psychologisch zijn, zoals manipulatie of dwang of een gebrek aan communicatie. Dit maakt het probleem complexer en moeilijker voor zowel slachtoffers als plegers om het te herkennen en erover te spreken.

Maak de vrouwen weerbaar

Bergman laat ook de advocatuur, politie en het OM aan het woord. Gerard Spong liet mij verbijsterd achter door de wijze waarop hij spreekt over vrouwen en verkrachting. Hij stelt namelijk dat vrouwen zich vaak snel laten verkrachten. Volgens hem geven ze hun verzet snel op. De advocaat beweert dat wanneer vrouwen weerbaarder zouden zijn, het aantal verkrachtingen zou afnemen. Hij vindt dat vrouwen niet zouden moeten “bevriezen” in zulke situaties, maar actief zouden moeten reageren.

Bevriezen is een volkomen normaal overlevingsmechanisme. In stressvolle en gevaarlijke situaties, zoals bij verkrachting, kunnen mensen letterlijk bevriezen door de enorme stress en angst. Dit is een instinctieve reactie van het lichaam die geen controle of bewuste keuze is. Na zo’n gebeurtenis kan het slachtoffer zich schuldig voelen en zichzelf verwijten onvoldoende verzet te hebben gepleegd, maar dat betekent niet dat de vrouw verantwoordelijk is voor de aanval. Gerard is een intelligente man en ik kan me niet voorstellen dat hij niks afweet van overlevingsmechanismen. Ik kan me wel heel goed voorstellen dat Gerard het de komende tijd nóg drukker gaat krijgen met het bijstaan van plegers.

Hertraumatisering door het systeem

Ik kijk met een positief gevoel terug op mijn ervaring met politie nadat ikzelf seksueel geweld meemaakte. Ik heb een begripvolle en zorgvuldige bejegening en aanpak van mijn zaak ervaren, maar Blauwe ballen en andere verkrachtingsmythes laat zien hoe slachtoffers die de moed hebben om aangifte te doen, helaas opnieuw getraumatiseerd kunnen raken door het doen van aangifte en het proces dat daarop volgt. In de documentaire horen we schrijnende verhalen over hoe zij door politie werden ondervraagd op een manier die voelt als wantrouwen of victim blaming.

Vragen als “Wat had je aan?”, “Heb je wel duidelijk ‘nee’ gezegd?” of “Waarom ging je met hem mee naar huis?” klinken voor veel slachtoffers als impliciete verwijten. Bergman laat zien hoe dit soort vraagstelling, hoewel juridisch bedoeld om de waarheid boven tafel te krijgen, in de praktijk kan leiden tot gevoelens van schaamte, schuld en ongeloof. Ook de lange wachttijden en het feit dat veel zaken zonder rechtszaak worden geseponeerd, dragen bij aan het gevoel dat slachtoffers er alleen voor staan en besluiten om toch geen aangifte te doen. Want is de straf uiteindelijk bedoeld voor de plegers of voor de slachtoffers?

Jong geleerd

De documentaire benadrukt het belang van seksuele voorlichting aan de jeugd. In de documentaire worden leerlingen uitgedaagd na te denken over wat instemming betekent, hoe je signalen herkent én hoe je je eigen grenzen aangeeft.

Wat opvalt, is hoe weinig jongeren eigenlijk weten over deze thema’s. Voorlichting biedt een kans om misverstanden over grenzen en seks te verhelderen en open gesprekken te voeren. Door deze onderwerpen bespreekbaar te maken, worden kinderen en jongvolwassenen meer bewust van wat er speelt in hun lichaam en geest. Hoe goed is het om kinderen op de basisschool al te leren dat als een meisje een blote buik toont, ze niet automatisch toestemming geeft om die aan te raken? Door het gesprek aan te gaan en ruimte te creëren voor vragen en twijfels, laat blauwe ballen zien hoe essentieel het is om seksuele vorming niet te beperken tot de biologie, maar juist te richten op communicatie, respect en zelfreflectie.

Het zou zomaar kunnen dat meer onderwijs over grenzen, seksueel gedrag en geweld wél de verkrachtingscijfers verlaagt, Gerard.

 

 

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column of een gedicht  over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

In deze aflevering gaat Kirsten in gesprek met Maik Krijgsman van Transparant Voorlichtingen. We hebben het over de gevolgen van huiselijk geweld als kind.

Waarom spreekt Maik bijvoorbeeld over huiselijk geweld wanneer hij het heeft over zijn ervaringen en niet over kindermishandeling?

Welke rol speelt loyaliteit?

Hoe is het om mishandeld te worden door een ander kind in het eigen gezin?

En hoe heeft hij laten merken dat het thuis niet goed ging? En waardoor komt het dat deze boodschap soms niet gehoord is?

Een aflevering waarin de huidige gevolgen voor hem aan bod komen en de verwerking van deze ernstige gebeurtenissen. Een gesprek over de ernst van de gevolgen maar zeker ook over herstel hiervan.

In deze aflevering praten Christel en Jeroen met de auteurs van het “#MeToo in de zorgrelatie”, Selini Roozen-Vlachos en Jan-Willem Weenink.

#MeToo heeft een breed maatschappelijk probleem blootgelegd. In diverse sectoren was al aandacht voor seksueel grensoverschrijdend gedrag, maar over één type afhankelijkheidsrelatie bleef het relatief stil: de relatie tussen patiënt en zorgverlener.

In de ongelijke verhouding tussen zorgverlener en patiënt gaat dit niet altijd goed. Toch wordt seksueel grensoverschrijdend gedrag in de zorgverlening niet vaak in verband gebracht met zorgverleners. Begrijpelijkerwijs levert seksueel grensoverschrijdend gedrag van zorgverleners ongemak op: de overgrote meerderheid van hen maakt zich hier niet schuldig aan, en slechts een klein deel beïnvloedt het imago van de hele beroepsgroep.

Zorgverleners die seksueel de grens overgaan zijn niet per definitie ‘monsters’. Het zijn ook bij collega’s en patiënten geliefde zorgverleners die jaren goed hebben gefunctioneerd. Of het zijn jonge zorgverleners die nieuw zijn in het vak. Dit zijn vaak de zorgverleners die vanuit het grijze gebied geleidelijk afglijden naar seksueel grensoverschrijdend gedrag bij een patiënt

Over dit alles spreken we met elkaar en worden er ook concrete tips gegeven over hoe de signalen te herkennen bij jezelf en collega’s, maar ook wat de rol van destuurders en managers is in deze materie.

Stel je eens voor… Je bent jarenlang misbruikt door je stiefvader toen je tiener was en je hebt eindelijk al je moed bij elkaar gesprokkeld om het aan iemand te vertellen. Je hebt er lang over nagedacht en zorgvuldig iemand uitgekozen die je vertrouwt. Dan komt het moment dat je voor jezelf had “gepland” om het te vertellen. Je denkt nog: ‘Als ik het vertel, wordt het echt waar en kan ik niet meer terug’, maar je hebt al zo lang in een kooi geleefd en je hunkert ernaar dat iemand je hoort en ziet. Je vertelt het op het voor jou juiste moment en krijgt de reactie: ‘Nee joh! Dat méén je toch niet? Wat weerzinwekkend! Ik kan me amper voorstellen dat hij dat zou doen, maar wat afschuwelijk moet dit voor je zijn, meid. Dit zal wel veel overhoop halen. Oh jeetje, ik schiet er gewoon van vol, zo erg vind ik het voor je…’

Dit is uiteraard slechts een voorbeeld en niet gebaseerd op een ware reactie van iemand, voor zover ik weet, maar het had een reactie kunnen zijn. Ik begrijp de impact wel. Het is niet makkelijk om die leeuw in de bek te kijken en te accepteren dat we in een wereld leven waarin seksueel misbruik simpelweg niet weg te denken is en altijd zal bestaan. Mensen zijn bang voor misbruik, en het is heel logisch en menselijk om emotioneel of juist heel praktisch te reageren op iemand die jou vertelt misbruikt te zijn. Het zijn alleen niet de beste reacties die je kunt geven om het slachtoffer te helpen.

Hoe het moet

Ik ga niemand vertellen hoe je moet reageren. Ik kan nu bijna gedachten horen als: ‘Je mag tegenwoordig helemaal niks meer zeggen’, ‘Victim blaming is niet goed en nu mag je ook al niet meer emotioneel reageren’ en ‘Maar het is toch ook verschrikkelijk heftig?’ Allemaal begrijpelijke gedachten en reacties. Misschien dat je na het lezen van dit artikel meer inzicht hebt gekregen en beter begrijpt hoe bepaalde reacties kunnen doorwerken in het brein van de persoon die vertelt misbruikt te zijn. Jouw reacties kunnen invloed hebben op hoe iemand daarna reageert.

De emotionele reactie

Als iemand je vertelt misbruikt te zijn, gaat er natuurlijk iets door je heen. Mogelijk ervaar je boosheid of ben je in shock of verdrietig. Het kan moeilijk zijn om deze gevoelens in te houden. Als je vanuit jouw eigen emoties reageert, kan het slachtoffer* terug naar binnen keren en denken: ‘Als je dit al heftig vindt, kan ik maar beter mijn verhaal niet verder doen, want dit is nog maar het topje van de ijsberg’. Het kost een slachtoffer veel moeite om uiteindelijk te vertellen over het misbruik. Het slachtoffer heeft al allerlei gedachten en gevoelens gehad over de reactie van anderen voordat hij/zij/die het überhaupt deelt, denk aan gedachten als: ‘Ze geloven me vast niet’ en ‘Ze zullen mij de schuld geven’. De realiteit is dat deze gedachten vaak terecht zijn, maar als het slachtoffer eraan toe is om erover te vertellen en dan het geluk heeft jou te treffen, houd dan je eigen emoties zo goed als dat lukt bij jezelf. Reageer kalm. Zeg dat het misbruik nooit had mogen gebeuren en dat het niet zijn/haar/diens schuld is. Vraag of hij/zij/hen er meer over wil vertellen.

Uiteraard is het ook belangrijk om aandacht aan jouw eigen emoties te schenken en voor jezelf te zorgen, maar doe dit later en bij iemand anders dan het slachtoffer.

De praktische reactie

Het is ook een normale reactie om in de regelstand te schieten en het te willen oplossen. Bijvoorbeeld door een reactie te geven als: ‘Dan gaan we de politie bellen’. Hiermee ga je echter weg van wat er nodig is: tijd, aandacht en de wil om écht te luisteren. Aangifte doen is namelijk geen oplossing voor het misbruik. Het misbruik heeft al plaatsgevonden, je kunt het niet uitwissen of oplossen. En misschien wil het slachtoffer helemaal niet dat de politie erbij betrokken wordt. Stel liever de vraag: ‘Wat wil jij?’ en ‘Hoe kan ik er voor je zijn?’ Het kan moeilijk te verdragen zijn als een slachtoffer ervoor kiest om geen aangifte te doen. Toch: accepteer en respecteer deze keuze. Omgaan met seksueel misbruik is voor slachtoffers vaak een levenslang proces. Het slachtoffer de ruimte en tijd geven om het op zijn/haar/diens manier en tempo te doen is van enorme waarde. Als iemand ervoor kiest om bijvoorbeeld aangifte te doen of naar de huisarts wil, bied dan aan om mee te gaan of iemand te bellen. In die zin kan praktische ondersteuning juist heel helpend zijn, maar laat het slachtoffer zelf keuzes maken.

Vertrouwen

Het slachtoffer heeft jou gekozen als persoon om zijn/haar/diens ervaring met seksueel misbruik te delen. Daaruit spreekt een enorm vertrouwen. Het lijkt alsof je amper iets doet met alleen het bieden van een luisterend oor en door naast iemand te gaan staan, maar besef dat het een wereld van verschil kan betekenen in het herstel van het slachtoffer. Het kan betekenen dat met jou praten het enige was wat het slachtoffer nodig had. Het is dan aan jou om te verdragen dat er geen vervolg of actie op het gesprek komt.

Het helse geheim

Het ligt niet altijd allemaal zo voor de hand. Want het slachtoffer kan natuurlijk ook een jongen van 10 jaar zijn die met jou deelt dat ‘mama vieze dingen doet’ met hem. Als deze jongen vervolgens vraagt om dit geheim te houden, kun je dit niet waarmaken: het is dan belangrijk om contact op te nemen met Veilig Thuis. Als professional ben je in het geval van onveiligheid/misbruik in een afhankelijkheidsrelatie of kindermishandeling verplicht de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te volgen.

En als je het ingewikkeld vindt, wat heel logisch en normaal is, bel dan met het Centrum Seksueel Geweld (CSG). Ook als je het niet ingewikkeld vindt, trouwens. Bij CSG werken professionals die zowel jou als het slachtoffer verder kunnen ondersteunen of adviseren. Vertel het slachtoffer over het bestaan van CSG. Kijk samen op de website: centrumseksueelgeweld.nl

* Ik gebruik in mijn artikelen het woord ‘slachtoffer’ voor de leesbaarheid van het artikel, terwijl ik in werkelijkheid een persoon bedoel die seksueel geweld (of ander geweld) heeft meegemaakt.

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column, gedicht etc over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column, gedicht etc over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Als ik beelden terugkijk van de Ali B rechtszaak, kan ik niet anders dan een geloofwaardig persoon zien. En ik kan ook niet anders dan de verhalen van de slachtoffers geloven. De verwarring is compleet. Het blijft me fascineren hoe het kan dat de beleving van mensen zo ver uit elkaar ligt. Ergens in het gebied waar de verhalen aan elkaar verschillen, mag de rechter bepalen of er genoeg bewijs ligt om de conclusie te trekken dat er sprake is van een strafbaar feit. Ik ben blij dat ik die rol niet heb.

 

Wanhoop

Ik heb niet alles op de voet gevolgd en weet dus lang niet alles wat er te weten valt over de zaak tegen Ali B. Wat ik echter wél weet en wat me opvalt in de zaak is zijn enorme wanhoop. De wanhoop uitte hij in zijn emotionele momenten tijdens de zittingen, maar ook bleek het uit de berichten over het onder druk zetten van de advocaten van de slachtoffers om verklaringen ingetrokken te krijgen. Hoewel dit – uiteraard – door de advocaat van Ali B wordt tegengesproken. Is het wanhoop omdat hij onschuldig is of wanhoop omdat hij de gevangenis wil ontlopen? Wie zal het zeggen? Het zou allebei kunnen. Ik ga daar niet over, maar ik vraag me wel af of Ali zelf het echte verhaal nog wel kent.

 

Mindfuck

Het geheugen speelt namelijk vreemde spelletjes. Zo weet ik bijvoorbeeld echt niet meer wat ik vorige week maandag heb gegeten (of gedaan). Als ik heel goed nadenk, kom ik mogelijk nog wel op de grote lijnen, maar de details van een echt verhaal zullen ontbreken. Het lijkt een waardeloos voorbeeld maar ook als het om ingrijpende gebeurtenissen gaat, doet het geheugen rare dingen. Ik weet vrij zeker dat ik mijn dader van het seksueel geweld dat ik heb meegemaakt – al zou hij recht voor me staan – niet eens zou herkennen. Of is dat ook een truc van de hersenen om mij dat te laten denken? Wat ik weet vanuit mijn eigen ervaring is dat de hersenen in staat zijn om gebeurtenissen aan elkaar te rijgen met logische gevolgtrekkingen om het tot een kloppend verhaal te maken. De herinnering aan mijn seksueel geweld ervaring die ik jaren later had, bleek anders te zijn dan hoe ik het in mijn aangifte terug las. Zo kan ik me dus voorstellen dat de ene persoon een volstrekt ander verhaal heeft dan de ander en dus de slachtoffers een ander verhaal hebben dan Ali B. Ali B noemt iets ‘vreemdgaan’ waar de slachtoffers het hebben over seksueel geweld.

 

Waarheidsvinding door victim blaming?

Toch zoek je naar de waarheid. Ook ik. Ik kan dan wel wéten dat de hersenen er een eigen verhaal van kunnen maken en iemand van het eigen verhaal overtuigd kan zijn, maar de waarheid boven tafel krijgen is wat je wil, wat ík wil en wat een rechter wil. De moeilijkheid van waarheidsvinding in zedenzaken is dat het veelal een situatie betreft tussen twee mensen zonder getuigen. Ik laat de waarheidsvinding in de Ali B zaak met plezier los en laat het aan de rechter om er iets van te vinden. Ik houd het liever bij de kennis die ik heb van de reacties die slachtoffers kunnen hebben én die van de omgeving. De advocaat van Ali B heeft volgens een bericht van Nu.nl aangegeven dat de verklaring van de vrouwen in twijfel moet worden getrokken onder andere door de psychische problemen van één van hen. Er is niet meegewogen dat deze psychische problemen zijn ontstaan ná de aanranding. De melders zouden volgens de advocaat van Ali B zoals in hetzelfde bericht van Nu.nl ook nog eens beïnvloed zijn door de BOOS aflevering. Want Ellen ten Damme meldde haar verkrachting “pas” ná de uitzending, wat Ali B als “de ideale zondebok” zou maken voor haar. Ook beweren de advocaten van Ali B dat er te weinig bewijs is voor het seksueel geweld, mede doordat het enige tijd heeft geduurd voordat de vrouwen naar de politie zijn gegaan. Ik hoor verschillende keren het verwijt: “Waarom ben je niet eerder met je verhaal gekomen?” Victim blaming. Alweer. En ik kan het de advocaten van Ali B amper kwalijk nemen. Zij zetten alles op alles om Ali B naar een vrijspraak te helpen. Daar worden ze voor betaald. Maar pijnlijk is het wel.

Geloofwaardigheid

Ik kan het niet laten… Ik voel wederom de noodzaak om uit te leggen waarom slachtoffers er “zo lang mee wachten hun verhaal te doen” (of het soms zelfs mee hun graf in nemen). Er zijn namelijk veel meer redenen om níet met je verhaal te komen dan wel. Om er zomaar een paar te noemen: de angst niet geloofd te worden (wat realiteit is), de angst voor beschuldigende woorden en andere nare reacties van omstanders (wat realiteit is), gooi daar nog een vleugje media en bekendheid bovenop en het is compleet. Is het zo lastig te begrijpen dat een slachtoffer pas uit de schaduw treedt als het veiliger voelt? Bijvoorbeeld doordat je door een BOOS uitzending weet dat je er niet alleen voor staat en dat er tenminste een paar andere vrouwen aan jouw kant staan en begrijpen wat je doormaakt? Dat ze zo dapper zijn geweest om voor het oog van heel Nederland überhaupt ooit uit de schaduw te treden, maken ze juist eerder geloofwaardig voor mij. Helaas voor mijn eigen behoefte aan “de waarheid” (wat dat ook moge betekenen…) doet het niks af aan mijn gevoel dat Ali B ook geloofwaardig klinkt in het stukje van zijn eigen waarheid. En dan ben ik weer terug bij af.

Aan het eind van het verhaal ga ik uiteraard niet over wie wel of niet geloofwaardig is en wie wel of niet de waarheid spreekt. Gelukkig is dat zaak voor de rechtbank. Ik zie opnieuw een zedenzaak (of eigenlijk moet ik zeggen: zedenzaken – het zijn er tenslotte vier) met alleen maar verliezers. En is het ooit anders?

 

Geschreven door Sarah Tulling