Soms lees ik een nieuwsbericht dat zich niet laat verwerken. Een nieuwsbericht dat blijft steken. Dat geen ruimte biedt voor nuance en zich juist daardoor opdringt. Zoals het verhaal van een 21-jarige vrouw die stierf na een avond die de verdachte – haar huisgenoot, een man van 31 – later ‘erotisch’ noemde. Zij zou zijn gestikt tijdens orale seks, terwijl ze zwaar onder invloed was. Hij filmde haar, sprak haar toe op denigrerende toon en deelde video’s via Snapchat.

Ik weet niet wat me het meest misselijk maakt. De dood. De beelden. Het delen. Het feit dat hij zei dat hij zich er niets van herinnert. Of dat hij beweert dat haar overlijden niet met de seks te maken had, terwijl ze overduidelijk weerloos was.

Weerloos
Ik blijf haken aan dat woord: weerloos. Het staat er bijna terloops, maar het is zo allesomvattend. Ze was weerloos. En hij had daar macht over. Telkens als ik het teruglees, slaat dat besef elke keer opnieuw in. De beelden bevestigen het, zegt justitie: hij had de regie. Hij ‘deelde de lakens uit’. En zij? Zij gaf over, lag buiten bewustzijn op de bank. Op enig moment stopte ze met ademen.

Ik probeer me haar voor te stellen die avond. Niet om haar te beoordelen, maar juist om haar mens te maken. Een jonge vrouw die bij iemand in huis woonde, met wie ze een drankje dronk, een jonge vrouw die misschien dacht dat het een normale avond zou worden of in elk geval geen laatste. De avond verliep alleen niet normaal. Hij maakte opnames. Hij deelde ze. Hij vernederde haar.

Toestemming
En dan is er dat eenvoudige maar alleszeggende principe dat we zijn gaan kennen via het filmpje Consent: it’s simple as tea van Thames Valley Police. Daarin wordt uitgelegd hoe absurd het zou zijn om iemand thee te geven als die bewusteloos is. Of om te blijven proberen die thee in iemands mond te gieten als diegene niet reageert. Iedereen begrijpt: dat is heel iets anders dan iemand thee aanbieden: dat is dwang.

Hetzelfde geldt voor seks. Iemand die buiten bewustzijn is, die overgeeft, die niet meer aanspreekbaar is, kan geen toestemming geven. Geen ‘ja’, geen nee, geen grens. Seks met iemand die daar geen uitdrukkelijke, wakkere instemming voor kan geven, is geen seks. Dat is grensoverschrijding. Dat is verkrachting.

Een ander woord voor moord?
De aanklacht luidt: seksueel binnendringen van een in onmacht verkerend persoon, met de dood tot gevolg. Dertig maanden cel wordt geëist. Tweeënhalf jaar.

Ik probeer dat te laten bezinken. Tweeënhalf jaar voor een leven dat eindigde tijdens een daad waar zij nooit toestemming voor kon geven. Omdat ze niet bij kennis was. Omdat ze niet meer kon spreken. Omdat haar stem – letterlijk – uitviel.

Is dit dan hoe we seksueel geweld noemen als het leidt tot de dood? Seksueel binnendringen, onmacht, overlijden. Ik zoek naar woorden, maar elk woord voelt als een doekje voor het bloeden. Geen van de termen dekt de lading van wat hier is gebeurd.

Verlies
Haar moeder was al overleden. Haar vader ook. Nu is zij weg. Een tante sprak namens de familie. De relatie tussen het meisje en de man was ‘onveilig en ongezond’, zei ze. Een understatement, vermoed ik, waar verdriet en onmacht in verscholen liggen. Want hoe vertel je in de rechtszaal over een geliefde die op deze manier uit het leven werd getrokken?

Er is nog zoveel dat we niet weten. De telefoon van het meisje bevat een urenlange geluidsopname van die avond, maar kan niet worden geopend. Het voelt als een metafoor: de waarheid zit achter slot en grendel, net als haar stem, haar kant van het verhaal.

Wat rest
Ik schrijf dit stuk met tegenzin. Alles in mij wil het niet weten, niet zien, niet voelen. Maar ik wil ook niet wegkijken. Want deze dood is niet alleen van haar, niet alleen van die avond. Het is ook een verhaal over hoe wij als samenleving omgaan met toestemming, met macht, met vrouwenlichamen, met het gemak waarmee we iets erotisch noemen wat in feite gewelddadig is.

Het is een verhaal waarvoor ik geen slotzin heb. Alleen dit: er is een jonge vrouw gestorven. En ik weet niet of ik ooit echt zal begrijpen hoe dat kon gebeuren.

 

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column of een gedicht  over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Het rapport “Alsof je geen grenzen hebt” sprak mij direct aan. Niet alleen omdat ik zelf ook niet zo makkelijk in één hokje pas, maar vooral omdat het raakt aan iets wat vaak onbesproken blijft: hoe het is om als bi+ vrouw te leven in een wereld waarin je seksuele identiteit nog steeds verkeerd begrepen, genegeerd of geseksualiseerd wordt — en hoe dat alles van invloed is op hoe je seksueel geweld ervaart, of juist probeert te vergeten.

Een vergeten groep

We hebben het de laatste jaren steeds vaker over seksueel geweld. Gelukkig. Maar ik merk dat het vaak gaat over vrouwen in het algemeen of slachtoffers in het algemeen. Minder vaak staan we stil bij groepen binnen die groep — zoals bi+ vrouwen — die extra kwetsbaar zijn. En dat terwijl het rapport glashelder is: bi+ vrouwen maken bovengemiddeld vaak seksueel geweld mee. En ze zoeken minder snel hulp. Simpelweg omdat ze zich niet gehoord of begrepen voelen. Of erger nog: omdat ze bang zijn niet geloofd te worden of uit angst dat de omgeving zal denken dat ze het er zelf naar gemaakt hebben. Want een bi+ vrouw experimenteert tenslotte toch veel meer?

Een dubbel onbegrip

Wat me raakt in de verhalen uit het rapport is de constante botsing tussen twee werelden: de seksistische aannames waar álle vrouwen mee te maken krijgen, en de specifieke vooroordelen die op je geplakt worden als je bi+ bent. Alsof je seksleven per definitie open ligt. Alsof je altijd wel “in” bent voor iets. Alsof je grenzen vager zijn — of zelfs niet bestaan.

Ik ken de opmerking: “Dan wil je zeker ook wel een trio met een man en een vrouw?” En hoewel ik zelf nooit eerder stil had gestaan bij hoe mijn seksuele oriëntatie daar invloed op had, zet het rapport me aan het denken. Misschien heb ik me vaker ongemakkelijk gevoeld dan ik mezelf heb toegestaan om te voelen.

De mythe van beschikbaarheid

Wat bi+ vrouwen meemaken lijkt vaak op een optelsom van verkeerde aannames. Dat je niet weet wat je wil. Dat je altijd experimenteel bent. Dat je fase-achtig of instabiel bent. Die beeldvorming is schadelijk, zeker als je grens wordt overschreden. Want wat als iemand jouw “nee” niet serieus neemt omdat je toch al “alles” probeert? Wat als je het gevoel krijgt dat je het moet uitleggen, bewijzen, rechtvaardigen?

In het rapport komt pijnlijk duidelijk naar voren hoe vrouwen vertellen dat hun bi+ identiteit werd gebruikt als excuus of aanleiding voor grensoverschrijdend gedrag. En opnieuw is het confronterend om te beseffen hoe logisch het is dat sommige mensen pas jaren later – of zelfs nooit – over hun ervaring praten.

Een ongemakkelijke waarheid

Wat me blijft bijten is de gedachte dat hulp zoeken — als je überhaupt al durft — ook niet altijd veilig voelt. Niet als je moet uitleggen dat je biseksueel bent. Niet als je het idee hebt dat de hulpverlener denkt dat jij “verwarrend” bent. En al helemaal niet als je het gevoel krijgt dat je seksualiteit in twijfel wordt getrokken voordat je verhaal überhaupt echt gehoord is.

De grens telt. Altijd.

Wat ik hoop — nee, wat ik wíl — is dat dit rapport meer doet dan even rimpels maken in het maatschappelijke water. Dat het mensen aanzet om echt te luisteren. Niet alleen naar wat er gezegd wordt, maar ook naar wat er tussen de regels klinkt. Dat een hulpverlener niet alleen hoort wat je meemaakt, maar ook snapt wát het betekent om als bi+ vrouw door deze wereld te bewegen.

Want uiteindelijk draait het daar om, denk ik: dat jouw grens niet afhankelijk is van hoe iemand jouw seksualiteit begrijpt. Een grens is een grens. Punt.

Erkenning als beginpunt

We hoeven niet allemaal bi+ te zijn om ons in te kunnen leven. Maar het helpt wel als we ons bewust zijn van hoe identiteit meespeelt in hoe mensen geraakt kunnen worden. Seksueel geweld is niet één verhaal. Het zijn er veel. En juist die veelheid verdient aandacht.

Voor mij is dit rapport dan ook geen beleidsstuk, geen lijstje aanbevelingen. Het is een uitnodiging. Een uitnodiging om het gesprek breder te voeren, eerlijker, en met minder aannames. En vooral: om vaker te vragen, minder snel te oordelen, en meer te luisteren.

Juist omdat ik niet in het ‘standaard hokje’* pas, wil ik niet behandeld worden alsof dat mij speciaal maakt. Maar ik wil wél serieus genomen worden als mens. En dat begint met erkenning. Van wat ik voel. Van wat ik meemaak. Van wie ik ben.

* Met ‘standaard hokje’ bedoel ik het maatschappelijke uitgangspunt van heteroseksualiteit en een genderidentiteit die overeenkomt met het geboortegeslacht. Al geloof ik eerlijk gezegd dat niemand echt in een standaard hokje past.

 

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column of een gedicht  over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

In deze aflevering gaat Christel in gesprek met Joyce Grul. Zij werkt als programmamanager Seksuele Veiligheid aan de Universiteit Maastricht. Hier is zij verantwoordelijk voor het ontwikkelen en implementeren van een universiteitsbreed, wetenschappelijk onderbouwd programma ter preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag en voor het verbeteren van de respons wanneer het zich voordoet. Ze is alumna van de universiteit en haar roots liggen bij de opleiding geneeskunde. Seksueel welzijn loopt als een rode draad door haar studies en werk, en ze krijgt energie van het bespreekbaar maken van onderwerpen waar vaak nog een taboe op rust.

In deze podcast staan we stil bij wat er op Universiteit Maastricht op dit gebied gedaan wordt en voor welke uitdagingen zij staan met betrekking tot het inbedden van een structurele aanpak.

Joyce licht toe welke vijf pijlers zij hebben in het programma seksuele veiligheid.

* Training voor studenten

* Training voor medewerkers

* Procedures en beleid

* Communicatie zowel intern als bewustwordingscampagnes

* Monitoring en evaluatie

Luister deze aflevering wanneer je meer wil leren over hoe er binnen Universiteit Maastricht wordt gewerkt aan seksuele veiligheid.En welke lessen en aanbevelingen Joyce heeft voor andere universiteiten en hogescholen.

Wil je ook binnen jouw onderwijsinstelling een scholing op dit terrein? Neem dan contact met ons op om meer te leren over onze mogelijkheden! Mail naar: info@fabriek69.nl

“Als we te snel weten hoe het zit dan zitten we bij deze complexe zaken juist in de gevarenzone”.

In deze podcast spreekt dr. Sietske Dijkstra over ‘planeet B’. Wat als je er achter komt dat je al die tijd op een planeet hebt geleefd die nooit bestaan heeft?

Wat gebeurt er met een kind op het moment dat zij door de ouder misleid, gebruikt en gedwongen worden? Wanneer zij zich er niet van bewust zijn dat de wereld eigenlijk heel anders werkt dan de wereld waarin zij zijn groot gebracht?

Dr. Sietske Dijkstra is in deze podcast aan het woord over de verstrekkende gevolgen van dwingende controle op kinderen wanneer deze door een ouder wordt toegepast op kinderen.

Dwingende controle is een framework waarbij op diverse manieren gedrag bij anderen wordt beïnvloed. Er wordt vaak in relatie tot partnergeweld gesproken over dwingende controle, maar ook kinderen kunnen hier slachtoffer van worden.

Een oproep om vaknieuwsgierigheid aan te zetten en wanneer we te snel denken te weten hoe het zit juist door te vragen. En wanneer we als professionals toch het verkeerde pad ingeslagen zijn en ons daarvan bewust geworden zijn dat ook toe te geven en ouders en kinderen die hiermee te maken hebben de erkenning daarvoor te geven.

Luister mee naar deze podcast en de inspirerende expertise van Sietske!

Meer leren over dwingende controle? Lees onder andere de artikelen van Sietske op haar site: https://sietske-dijkstra.nl/

Wil je weten wat Fabriek69 op dit gebied aanbiedt? Check Fabriek69.nl 

 

Over de spreker

Dr. Sietske Dijkstra, gepromoveerd psycholoog sinds 2000 en  sociaal ondernemer vanaf 1998, is een expert relationele veiligheid en deskundig in de aanpak van geweld in relaties.  Ze geeft en ontwerpt als ervaren en vaknieuwsgierig docent tal van cursussen in (na)scholing en opleiding. Ze is hoofddocent van de cursus Moed. Andere cursusthema’s zijn geweldspatronen, intergenerationeel trauma, belichaming, en ongewenst contactverlies. Ervaringskennis, reflectie op casuïstiek en belichaamde en muzische werkvormen zijn in het cursusrepertoire opgenomen. Zelf zingt ze in een koor, beoefent ze yoga, fietst en wandelt ze graag en doet ze aan zenmeditatie. Ook ontwierp ze met embodied educator Liz Wientjes een belichaamd retreat: Thuiskomen in je lichaam groeien in je vak die in het buitenland en op verzoek kan worden geboden. In haar laatste boek De kracht van ervaring (2024, Elikser) schenkt ze aandacht aan vier met elkaar samenhangende thema’s in haar werk en leven: Thuis, Geweldspatronen, Belichaming en Collectief leren. Sinds 2021 is ze als commissielid verbonden aan het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Eerder was ze bijna acht jaar lector bij een hogeschool.

 

Het zingt nog na in mijn hoofd: ‘ik heb zélfs mijn vrouw niet verkracht’. Het klonk bijna alsof hij er een lintje voor verwachtte… De documentaire Blauwe Ballen en andere verkrachtingsmythes van Sunny Bergman, te zien op NPO Start, biedt een blik op het fenomeen ‘blauwe ballen’ dat voorkomt wanneer seksuele opwinding niet wordt gevolgd door een orgasme. Het kan leiden tot pijn of ongemak in de testikels. Hoewel het vaak als onschuldig wordt gezien, heeft het invloed op hoe mannen hun seksualiteit ervaren en over seks praten.

De documentaire gaat verder dan alleen dit fenomeen. Het geeft een podium aan de bredere discussie over seksualiteit en de taboes die ermee gepaard gaan. Blauwe Ballen biedt een eerlijk en puur perspectief, waardoor kijkers zich bewuster worden van de complexiteit van seksualiteit én seksueel geweld.

Seksueel geweld zonder geweld

Uiteraard komen vrouwen aan het woord die stuk voor stuk slachtoffer zijn van seksueel geweld, maar de focus ligt niet alleen op slachtoffers van seksueel geweld, ook op de pleger. De pleger: niet de stereotiepe vreemdeling in een donker steegje, maar de “gewone man”: een vriend, partner, collega of klasgenoot. Hoe zien zij hun eigen gedrag?

Om dit te onderzoeken, reist Bergman met een mobiel spiegelhuisje door het land. Mannen worden uitgenodigd om naar binnen te stappen en na te denken over hun eigen grenzen en gedrag. De gesprekken die hieruit voortvloeien zijn eerlijk, soms ontwijkend, maar ook kwetsbaar. Ervaren ze het ongemak? Vinden ze het moeilijk om (serieus) over seksualiteit te praten? Of misschien zelfs naar het eigen gedrag te kijken? Geen enkele man ziet zichzelf als verkrachter, maar meerdere mannen geven aan dat ze misschien, wellicht, mogelijk wel over de grens zijn gegaan, maar zonder dat ze zich dat destijds volledig beseften: “Ik dacht dat het gewoon een misverstand was, maar misschien wilde zij echt niet.”

Het is belangrijk om te begrijpen dat seksueel geweld in de meeste gevallen helemaal niet gepaard gaat met (fysiek) geweld. Het kan ook psychologisch zijn, zoals manipulatie of dwang of een gebrek aan communicatie. Dit maakt het probleem complexer en moeilijker voor zowel slachtoffers als plegers om het te herkennen en erover te spreken.

Maak de vrouwen weerbaar

Bergman laat ook de advocatuur, politie en het OM aan het woord. Gerard Spong liet mij verbijsterd achter door de wijze waarop hij spreekt over vrouwen en verkrachting. Hij stelt namelijk dat vrouwen zich vaak snel laten verkrachten. Volgens hem geven ze hun verzet snel op. De advocaat beweert dat wanneer vrouwen weerbaarder zouden zijn, het aantal verkrachtingen zou afnemen. Hij vindt dat vrouwen niet zouden moeten “bevriezen” in zulke situaties, maar actief zouden moeten reageren.

Bevriezen is een volkomen normaal overlevingsmechanisme. In stressvolle en gevaarlijke situaties, zoals bij verkrachting, kunnen mensen letterlijk bevriezen door de enorme stress en angst. Dit is een instinctieve reactie van het lichaam die geen controle of bewuste keuze is. Na zo’n gebeurtenis kan het slachtoffer zich schuldig voelen en zichzelf verwijten onvoldoende verzet te hebben gepleegd, maar dat betekent niet dat de vrouw verantwoordelijk is voor de aanval. Gerard is een intelligente man en ik kan me niet voorstellen dat hij niks afweet van overlevingsmechanismen. Ik kan me wel heel goed voorstellen dat Gerard het de komende tijd nóg drukker gaat krijgen met het bijstaan van plegers.

Hertraumatisering door het systeem

Ik kijk met een positief gevoel terug op mijn ervaring met politie nadat ikzelf seksueel geweld meemaakte. Ik heb een begripvolle en zorgvuldige bejegening en aanpak van mijn zaak ervaren, maar Blauwe ballen en andere verkrachtingsmythes laat zien hoe slachtoffers die de moed hebben om aangifte te doen, helaas opnieuw getraumatiseerd kunnen raken door het doen van aangifte en het proces dat daarop volgt. In de documentaire horen we schrijnende verhalen over hoe zij door politie werden ondervraagd op een manier die voelt als wantrouwen of victim blaming.

Vragen als “Wat had je aan?”, “Heb je wel duidelijk ‘nee’ gezegd?” of “Waarom ging je met hem mee naar huis?” klinken voor veel slachtoffers als impliciete verwijten. Bergman laat zien hoe dit soort vraagstelling, hoewel juridisch bedoeld om de waarheid boven tafel te krijgen, in de praktijk kan leiden tot gevoelens van schaamte, schuld en ongeloof. Ook de lange wachttijden en het feit dat veel zaken zonder rechtszaak worden geseponeerd, dragen bij aan het gevoel dat slachtoffers er alleen voor staan en besluiten om toch geen aangifte te doen. Want is de straf uiteindelijk bedoeld voor de plegers of voor de slachtoffers?

Jong geleerd

De documentaire benadrukt het belang van seksuele voorlichting aan de jeugd. In de documentaire worden leerlingen uitgedaagd na te denken over wat instemming betekent, hoe je signalen herkent én hoe je je eigen grenzen aangeeft.

Wat opvalt, is hoe weinig jongeren eigenlijk weten over deze thema’s. Voorlichting biedt een kans om misverstanden over grenzen en seks te verhelderen en open gesprekken te voeren. Door deze onderwerpen bespreekbaar te maken, worden kinderen en jongvolwassenen meer bewust van wat er speelt in hun lichaam en geest. Hoe goed is het om kinderen op de basisschool al te leren dat als een meisje een blote buik toont, ze niet automatisch toestemming geeft om die aan te raken? Door het gesprek aan te gaan en ruimte te creëren voor vragen en twijfels, laat blauwe ballen zien hoe essentieel het is om seksuele vorming niet te beperken tot de biologie, maar juist te richten op communicatie, respect en zelfreflectie.

Het zou zomaar kunnen dat meer onderwijs over grenzen, seksueel gedrag en geweld wél de verkrachtingscijfers verlaagt, Gerard.

 

 

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column of een gedicht  over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Verhalen over seksueel misbruik en machtsmisbruik worden steeds vaker blootgelegd, maar die in professionele en onderwijsomgevingen hoor ik maar weinig. Gebeurt het daar minder? Onwaarschijnlijk. De verhaallijn in de serie ‘de f*ckulteit’ waarin Anouk wordt geconfronteerd met de verwoestende gevolgen van seksueel misbruik door professor Hartman, haar professor aan de universiteit, onthult de complexiteit van seksueel misbruik in deze setting. Het verhaal werpt een kritisch licht op de subtiliteit van manipulatie, het onterecht beschuldigen van slachtoffers (victim blaming) en de positie van (in dit geval) vrouwen in situaties van machtsmisbruik.

Meester in manipulatie

Professor Hartman is een manipulator in hart en nieren. Hij maakt gebruik van zijn positie als autoriteit en charismatische voorkomen om studenten, zoals Anouk, in zijn greep te krijgen. Door zijn charme en het beloven van academisch succes, lokt hij Anouk en andere studenten in een situatie waar ze zich emotioneel verbonden voelen met hem. Hij past een veelvoorkomende tactiek van plegers van seksueel misbruik toe: hij draait de situatie om door te zeggen dat de ander actief flirtte of zelf initiatief nam.

Wanneer Anouk verliefd wordt op de professor, denkt ze dat haar gevoelens oprecht zijn, maar de realiteit is dat haar situatie wordt gekleurd door de manipulatie van de professor. Hij doet haar geloven dat hun relatie speciaal is. Ook na de relatie blijft de professor opduiken en controle en macht op Anouk uitoefenen. De invloed van de manipulatie komt pas echt aan het licht wanneer Anouk als advocaat de professor weer tegenkomt en geconfronteerd wordt met de gevolgen van haar contact met hem. Want ook dan blijft hij zaken omdraaien en laat hij Anouk geloven dat het aan haar lag en dat het tussen hen ‘anders is’. Hij manipuleert haar door haar een bijzonder gevoel te geven.

‘Je hebt je vast omhoog gewerkt’

Anouk wordt als vrouw geconfronteerd met een enorme maatschappelijke druk en beschuldigingen door anderen. Collega’s maken toespelingen waarbij ze haar beschuldigen dat ze zich ‘omhoog gewerkt’ heeft. Dit is een voorbeeld van victim blaming, waarbij de schuld van seksueel misbruik wordt verschoven naar het slachtoffer, in dit geval Anouk. Haar ‘keuze’ om met de professor in bed te stappen, wordt gezien als een tactiek om vooruit te komen, terwijl de echte misdaad in de manipulatie van de professor ligt en de ongelijke verhouding tussen Anouk en professor Hartman. Anouk zelf bagatelliseert het misbruik. Ze verdedigt zichzelf door te zeggen dat ze meerderjarig was en dat ze er zelf bij was en dat ze de relatie vrijwillig is aangegaan. De verwarring is enorm, want waar stopt vrijwilligheid en waar begint misbruik? In ‘de f*ckulteit’ begint het misbruik simpelweg bij de ongelijkwaardige verhouding tussen een student en een professor. Anouks reactie valt echter logisch te verklaren: erkennen dat er misbruik van je is gemaakt, is moeilijk. We steken liever onze kop in het zand door te denken dat we het zelf wilden. Het is een manier voor slachtoffers om de controle over hun eigen verhaal terug te krijgen.

De geschiedenis herhaalt zich

Wanneer Anouks stagiaire eenzelfde ervaring heeft met de professor, werpt dat nieuw licht op de onderliggende mechanismen van machtsmisbruik en manipulatie. Wanneer de stagiaire zich uiteindelijk uitspreekt, reageert Anouk zelfs in eerste instantie met ontkenning: “Kan het zijn dat je niet alles vertelt en gewoon heel erg met hem stond te flirten?” Dit is wederom een klassiek voorbeeld van victim blaming, waarbij de schuld wordt gezocht bij de stagiaire in plaats van de pleger in kwestie. Anouk houdt vast aan de gedachte dat ook zij zelf de relatie met Hartman aanging en dat er geen sprake is van misbruik. Ze wil het verhaal van de stagiaire in de doofpot stoppen. Anouk reageert op haar stagiaire zoals anderen op haar hebben gereageerd en ook hoe Anouk zelf naar haar situatie kijkt: met zelfverwijt.

Anouks moeder, die Anouk in vertrouwen had genomen nadat de professor haar verkracht heeft in een steegje, geeft haar ook de schuld. “Je zei zelf dat jullie gedronken hadden en je bent ook zo’n mooie meid,” zegt haar moeder, wat niet alleen victim blaming is, maar ook het idee bevestigt dat het gedrag van de professor niet serieus wordt genomen. Hij komt overal mee weg. Dit is een hardnekkig probleem in veel gevallen van seksueel misbruik, waar de nadruk door de omgeving vaak ligt op de keuzes van het slachtoffer, zoals hun uiterlijk of gedrag, in plaats van op de daden van de pleger.

Victim blaming helpt mensen om te kunnen blijven geloven in een veilige wereld waarin er geen plegers bestaan en om te blijven geloven dat het hen zelf nooit zou overkomen. Het idee dat het slachtoffer in een situatie van seksueel misbruik zichzelf in de problemen heeft gebracht door bepaald gedrag of door de pleger te stimuleren, is eerder te accepteren of te geloven dan dat er daadwerkelijk mensen zijn die anderen seksueel misbruiken.

Falend systeem

De manipulatie door de professor wordt nog versterkt door alle mensen die hem omarmen en ondersteunen. Zo is de vertrouwenspersoon op de universiteit, de persoon die idealiter het slachtoffer zou moeten helpen, in werkelijkheid de secretaresse van de professor. Dit creëert een onmogelijke situatie voor studenten die zich misbruikt voelen; ze kunnen zich niet veilig uitspreken omdat het systeem hen niet ondersteunt. Het vertrouwen is volledig verloren, en de professor blijft ongestraft, wat de machtsstructuren binnen het onderwijs en andere professionele omgevingen blootlegt. Dit is een grimmig beeld van hoe slachtoffers van seksueel misbruik vaak worden geïsoleerd en gedwongen om in stilte te lijden.

Het gesprek op gang houden

De serie werpt een scherp licht op de complexe en destructieve aard van seksueel misbruik in machtsverhoudingen binnen een universitaire en professionele context en hoe slachtoffers vaak gevangen zitten tussen zelfbeschuldiging en de veroordelingen van anderen. Anouks reis is er een van zelfherstel, maar ook van het blootleggen van de diepgewortelde problemen binnen een systeem dat zowel plegers beschermt als slachtoffers stigmatiseert. Het is een krachtig verhaal dat een indringend gesprek op gang kan houden over machtsmisbruik, seksuele manipulatie en de noodzaak om victim blaming en de excuses voor plegers te doorbreken. En dat blijft nodig.

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column, gedicht etc over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Ik ben in de war. Mijn hoofd tolt, het lijkt zo klaar als een klontje, maar dat is het niet. De film ‘Babygirl’ met Nicole Kidman in de hoofdrol en geschreven en geregisseerd door de Nederlandse Halina Reijn wordt met open armen ontvangen. Ook door mij, maar hij verwart me ook. Op Wikipedia lees ik: De hooggeplaatste CEO Romy (Nicole Kidman) begint een verboden romance met de veel jongere en innemende stagiair Samuel (Harris Dickinson), waarmee ze het huwelijk met haar echtgenoot Jacob (Antonio Banderas) op het spel zet. Op het filmfestival in Venetië werd de film aan het publiek getoond en kreeg een minutenlange staande ovatie. Maar kijken we niet naar een seksueel misbruik situatie?

Machtsverhouding

De dag dat ik ben begonnen aan dit artikel over de film ‘Babygirl’, spreek ik af met een vriendin om te lunchen. We bespreken alles wat in onze levens speelt tot ze uit het niets zegt dat ik écht naar ‘Babygirl’ moet gaan. Ze vindt het een topfilm. De film toont verschillende interessante thema’s. Zo staat het in het teken van het omarmen van de seksualiteit van de vrouw, van de bevrijde vrouw, van de vrouw die gaat staan voor haar eigen behoeften. Ze kijkt me bedenkelijk aan als ik uitleg dat het me verwart en ik me afvraag in hoeverre in de film een inkijkje wordt gegeven in hoe seksueel misbruik kan ontstaan. Ik vertel haar over de rol van de machtsverhouding. Romy is een CEO en Samuel een stagiaire. ‘Dat klopt’, zegt ze, ‘maar het is Samuel die in de relatie macht heeft over Romy en niet andersom’.

Moraal van het verhaal

En als we het eens omdraaien; Stel dat Romy geen vrouw was, maar een man, en Samuel geen mannelijke, maar een vrouwelijke stagiaire… Kijk ik er dan nog hetzelfde naar? Zou de machtige man dan ook geprezen worden om zijn seksualiteit? Waarschijnlijker is het dat ik dan concludeer dat hij zich naar zijn positie moet gedragen. Óok als hij verleid wordt. Ik merk bij mezelf dat mijn hoofd hierin niet samenwerkt met mijn gevoelens. Ik heb vooral vragen, geen antwoorden. Hebben we te maken met een dubbele moraal? Seksueel misbruik? Grensoverschrijdend gedrag? Gaat het dan alleen maar over seksueel misbruik of grensoverschrijdend gedrag als de man de macht heeft over de vrouw? En wat bedoelen we eigenlijk met ‘macht’ en ‘machtsverhouding’? Als ik Wikipedia nog eens raadpleeg en vraag wat de definitie van seksueel misbruik is, staat er: ‘Seksueel misbruik is seksueel grensoverschrijdend gedrag waarbij misbruik wordt gemaakt van een leeftijds– of machtsverschil. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij seks tussen een volwassene met een kind, een leerkracht met een leerling of een hulpverlener met een cliënt. Seksueel misbruik van minderjarigen wordt kindermisbruik genoemd.’ Er is sprake van machtsverschil ‘in het voordeel van’ Romy, maar telt het als misbruik, wanneer niet zij, maar Samuel tot verleiding overgaat? Maakt Romy werkelijk misbruik van Samuel? Of Samuel juist van Romy? Wikipedia geeft niet de gehoopte duidelijkheid.

Normen

Mijn vriendin kijkt me onderzoekend aan; ze houdt van de spanningsvelden en (vijftig tinten) grijze gebieden. Ze legt me uit hoe zij het ziet: ‘Ik zie een vrouw die getriggerd wordt op haar trauma’s en daardoor in een relatie belandt waarvan ze de gevolgen nog niet kan inschatten. Ze heeft een ‘papa’ issue.’ Wie misbruikt dan wie? Of nee; er is geen sprake van misbruik. Er is gewoon sprake van toestemming tussen twee volwassenen, waarbij de macht is omgekeerd en de macht niks meer te maken heeft met status en positie in de hiërarchische zin van het woord. En het is geen conservatieve relatie die zij aangaan en vast ethisch verwerpelijk. De relatie en de seksualiteit passen niet bij de mainstream visie op hoe het hoort. Ze ademen wellicht andere normen en waarden dan de maatschappelijk geaccepteerden. Maar misbruik? Grensoverschrijdend? Is daar sprake van als beide partijen volwassen zijn en de wens hebben die relatie aan te gaan?

Glad ijs

Er rest mij niks anders dan terug te gaan naar de kern en tegen mezelf te zeggen wat ik zo vaak tegen slachtoffers zeg. Er is soms een verschil tussen wat volgens de wet een strafbaar feit is en wat onder seksueel misbruik wordt verstaan én hoe het voelt. Als het niet oké voelt, dan is het niet oké. Romy en Samuel zijn volwassen en er is sprake van consent. Ja, ze begeven zich op glad ijs, maar vooral met betrekking tot de ethische dilemma’s, persoonlijke beweegredenen en gevoelens.

Ongezien

Ik schrijf dit alles redelijk blanco. Als in: ik heb de film nog niet gezien. Ik moet het doen met de trailer, recensies, interview met Halina Reijn en gesprekken met en de meningen van anderen. In het geval van schrijven over ‘Babygirl’ voelde ik vooral de behoefte om vragen te stellen. Niet om antwoorden te formuleren. Ik wilde juist de nuance zoeken in het vraagstuk zonder de uitkomst van de film zelf te kennen.

Ga ik de film zien? Zeker. Zullen mijn vragen beantwoord worden? Vast niet.

Na het voltooien van dit artikel heb ik Babygirl alsnog gezien. Zoals ik verwachtte, heeft het niks veranderd. Er zijn hooguit vragen en discussiepunten bij gekomen en ik heb er mooie gesprekken over gevoerd, maar er zijn geen vragen beantwoord.

Geschreven door Sarah Tulling

Sarah Tulling (1982) is afgestudeerd toegepast psycholoog en werkt als casemanager bij Centrum Seksueel Geweld (CSG) in West-Midden Brabant. Ze ondersteunt slachtoffers van seksueel geweld. Niet alleen vanuit haar vak, maar ook vanuit persoonlijke ervaring. In 2022 kwam haar boek ‘Waarom reed je door de polder?’ uit, waarin ze vertelt over haar eigen worstelingen als slachtoffer en hulpverlener, maar daarnaast hoop geeft op een leven na seksueel geweld. Sarah schrijft regelmatig voor Fabriek69 een artikel, blog, column, gedicht etc over actualiteit met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Onderwijsvrijheid is een groot goed in Nederland. Helaas zijn er momenteel debatten in de Tweede Kamer met betrekking tot bezuinigingen in het onderwijs.

In het heden en verleden is er voortdurend strijd gevoerd over het recht op onderwijs. Wat opvalt is dat het zwaartepunt in de discussie ligt bij de ‘vrijheden van richting en inrichting’. Het gaat grofweg over ouders die recht hebben om eigen scholen te stichten, of over het recht van schoolbesturen om zelf de pedagogisch-didactische invulling van de school te bepalen. Het perspectief van het individuele kind blijft doorgaans onderbelicht. Terwijl ieder kind recht heeft op onderwijs en ontwikkeling, dus ook seksuele ontwikkeling? Onze zorg is in het huidige debat dat thema’s van seksuele voorlichting en vorming uit het onderwijs verdwijnen.

In deze podcast gaan Christel en Kaj in gesprek over deze vraag, specifiek tegen de achtergrond van de actuele politieke en maatschappelijke discussie over seksuele voorlichting in het onderwijs.

Voor meer achtergrondinformatie verwijzen we je naar het artikel wat Kaj geschreven heeft: https://fabriek69.nl/ieder-kind-heeft-recht-op-seksuele-ontwikkeling/

 

Al jarenlang wordt wereldwijd actie gevoerd vanaf de Internationale Dag voor de Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen. In Nederland worden sinds 2014 steeds meer gebouwen verlicht met oranje lampen om hier aandacht voor te vragen. Langzamerhand zie je dat steeds meer organisaties en ook (bekende) personen zich uitspreken tegen deze vormen van geweld.

De oorsprong van deze campagne ligt in het feit dat 25 november in 2000 is uitgeroepen tot de Internationale Dag voor de Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen. Dit is ter herdenking van drie vrouwen die op die dag in 1961 werden vermoord in de Dominicaanse Republiek, omdat zij zich inzetten voor vrouwenrechten.

Ook wij zetten ons al jaren in voor deze thema’s: seksueel geweld en intimidatie, zowel in zorgrelaties als in partner- en familierelaties. We verbinden ons actief aan de Orange the World-campagne, onder andere door hier aandacht voor te vragen via sociale media, deel te nemen aan activiteiten en zelf lezingen te geven.

Momenteel is de aandacht voor partnergeweld, en in het bijzonder geweld tegen vrouwen, sterk toegenomen. Dit komt doordat de term femicide steeds vaker in de media wordt genoemd. Femicide is de moord op een vrouw, enkel en alleen omdat zij een vrouw is. Helaas komt dit relatief veel voor in Nederland. Ons land loopt achter in de aandacht voor de oorzaken en aanpak hiervan. Een grote groep vrouwen in Nederland is slachtoffer van een eenzijdige vorm van partnergeweld. Dit geweldspatroon, bekend als dwingende controle (coercive control), gaat vaak vooraf aan partnermoord.

De laatste jaren is er meer inzicht ontstaan in de verschillende geweldspatronen binnen huiselijk geweld. Het is bijvoorbeeld niet correct om te stellen dat er sprake is van een gelijkwaardige situatie als twee personen fysiek geweld tegen elkaar gebruiken. In de Verenigde Staten is hier al langere tijd onderzoek naar gedaan, en men heeft vastgesteld dat het geweldspatroon intieme terreur het meest risicovolle patroon is. Dit patroon is gebaseerd op het verkrijgen van macht en controle over de ander. Bij verlies van deze controle neemt het geweld vaak in ernst toe. Dit kan leiden tot gewelddadig verzet, waarbij een slachtoffer in een wanhoopsdaad uit zelfverdediging geweld gebruikt.

In Nederland worden termen rondom huiselijk geweld vaak door elkaar gehaald. Het is belangrijk te begrijpen dat geweld vanuit macht en controle een samenhang van verschillende tactieken kent en kan escaleren. Dit geweldspatroon ontwikkelt zich vaak geleidelijk in de dynamiek tussen de betrokkenen. Bij dwingende controle kan een pleger, wanneer psychische dwang onvoldoende effect heeft, overgaan tot fysiek geweld en intimidatie. Een eenmalig fysiek incident in het begin van een relatie kan het effect van controlerend en ondermijnend gedrag versterken. Wanneer er fysiek geweld wordt toegevoegd aan psychische dwang, spreekt men van intieme terreur.

Risico’s

Het risico op dodelijk geweld is veel groter bij deze geweldspatronen. Triggers voor plegers komen vaak voort uit extreme verlatingsangst of krenking van de persoonlijkheid. Jane Monckton Smith, een vooraanstaand onderzoeker op het gebied van femicide, stelt dat het breken van de loyaliteitscode kan leiden tot ernstig of zelfs dodelijk geweld. Het kan ook resulteren in zelfdoding van de pleger.

Femicide is een essentiële term in de strijd tegen geweld tegen vrouwen. Hoe ingewikkeld we dat ook vinden, het blijkt dat, pas na vele jaren internationaal onderzoek, ook in Nederland steeds meer wordt erkend dat er machtsongelijkheid bestaat in relaties tussen mannen en vrouwen. Dit verklaart waarom vrouwen veel vaker slachtoffer zijn van dodelijk (ex-)partner- of datinggeweld dan mannen.

Campagnes zoals Orange the World zijn dan ook hard nodig om meer bekendheid en bewustzijn te creëren over de signalen van dwingende controle en intieme terreur. Een volgende stap is het verbeteren van de aanpak: geweldspatronen beter herkennen, in actie komen door slachtoffers te ondersteunen bij het veilig beëindigen van relaties, en plegers effectief helpen om geweld te voorkomen.

Artikel door: Kirsten Regtop

Wij vinden het belangrijk dat het bewustzijn over geweldspatronen toeneemt, zodat professionals beter handelingsperspectieven krijgen en slachtoffers effectiever kunnen worden bijgestaan.

In het voorjaar van 2025 organiseren we een middagtraining over femicide. Tijdens deze training leer je wat Femicide is, welke factoren van invloed zijn op de aanloop naar een Femicide. Maar ook hoe om te gaan met rode vlaggen en samenwerken met een slachtoffer die verstrikt zit in het web van een pleger. Wat zijn do’s en wat zijn don’ts. Waarbij we wetenschappelijke inzichten verbinden aan de praktijk.

Deze training vindt plaats op donderdag 10 april in Amersfoort. Meer informatie en inschrijven kan via deze link.

Wanneer een vogel het eigen nest bevuilt, is dat een signaal dat er iets aan de hand is. Het is tegennatuurlijk om je jongen groot te brengen in een bevuild nest, tenzij je zelf óók in een bevuild nest bent opgegroeid en het daardoor niet ziet. Bij kindermishandeling gaat het vaak om een patroon dat van generatie op generatie wordt doorgegeven, net zolang tot iemand in de familielijn het onder ogen durft te komen.

José Al (psychotraumahulpverlener, docent, onderzoeker, dichter en spreker) schreef het boek ‘Het bevuilde nest’ over vroegkinderlijk trauma zoals mishandeling of verwaarlozing. Aan het begin van haar loopbaan begeleidde ze vanuit de GGZ mensen met persoonlijkheidsproblematiek en psychotrauma. Met het rehabilitatiemodel als inspiratiebron keek ze vooral naar iemands mogelijkheden in plaats van de focus te leggen op de moeilijkheden, zonder daarbij voorbij te gaan aan de pijn die iemand in zijn problemen kan ervaren. Deze gelijkwaardige en veerkrachtige mensvisie vormt nu ook de basis van haar missie: onverschrokken zet ze zich in voor vroegsignalering en preventie van kindermishandeling.

Vrij komen van de familiewond

José: “Van kleins af aan draag ik een warm hart voor alles wat leeft, met name voor kinderen en dieren die in stilte lijden of bijna onzichtbaar verstoten zijn. Ik kan goed invoelen hoe het is om pijn te (ver)dragen in een volkomen afhankelijke situatie. De kern van mijn missie is om mensen met zachte kracht voorbij de blinde vlekken en aannames te bewegen, zodat het verborgen leed dat kindermishandeling heet in het licht gezet wordt.”

Portret Jose Al

José Al

Haar focus ligt op het opleiden en begeleiden van zorgprofessionals die werken met vroegkinderlijk trauma. Ze ontwikkelde daarvoor de methode Beeldta-AL, een schrijf- en tekenexposure gecombineerd met oefeningen uit de lichaamsgerichte psychotraumatherapie. “Het is belangrijk dat er meer mensen komen die zich met kennis, kunde en ervaring inzetten voor een samenleving waarin mensen vrijer komen van zowel de persoonlijke als de transgenerationele familiewond.”

Haar ervaringsdeskundigheid en ruim vijfentwintig jaar werkervaring zorgen ervoor dat José een stevige visie heeft op de diepgaande gevolgen van chronische vroegkinderlijke traumatisering. “Mijn persoonlijke levenservaring met vroegkinderlijk trauma en psychische klachten, mijn werkervaring in de psychotraumahulpverlening en mijn onderzoekswerk hebben mij duidelijk gemaakt hoe weinig kennis zowel professionals, lotgenoten als omstanders hebben over dit onderwerp. Kindermishandeling gaat ons allemaal aan, al beseffen mensen dat vaak niet. Daarom heb ik mijn boek op zo’n manier geschreven dat het voor iedereen toegankelijk is.”

Lezen met zelfzorg

‘Het bevuilde nest’ is opgedeeld in drie delen. Het boek begint met het verhaal van Astrid, die aangrijpend eerlijk vertelt over haar herinneringen, ervaringen en strijd. Deel twee beschrijft de toelichting en onderbouwing vanuit José’s dagelijkse praktijk in de psychotraumahulpverlening, en het derde deel geeft inzicht in de effecten van een onveilige thuissituatie op het kind dat erin opgroeit – ook op de lange termijn: wanneer het kind volwassen is. Dit deel is gebaseerd op het doorlopende onderzoek dat José sinds 2018 leidt en waaraan tweehonderd mensen tussen de 24 en 89 jaar deelnemen die allen zijn opgegroeid in een gezin waarin zij bij beide ouders niet veilig waren. Deze ervaringsdeskundigen hopen dat de bevindingen uit het onderzoek via dit boek zullen terugvloeien naar de samenleving; naar de plekken waar signalen van opgroeien in onveiligheid nog te weinig worden opgepakt.

José heeft haar poëzie en Fine Art kunstfoto’s door de tekst heen verweven: “Omdat juist kunst zo helpend, helend en verhelderend werkt. Het boek is als een adventskalender: je opent steeds een ander luikje in het boek en daarmee ook in je persoonlijke bewustzijn en ervaring. Het is goed om te weten dat je het boek niet in chronologische volgorde hoeft te lezen. Sterker nog, wanneer je merkt dat het levensverhaal van Astrid je emotioneel te diep raakt en ontregelt, is het belangrijk om hiernaar te luisteren. Lees dan bijvoorbeeld eerst alleen de gedichten. De drie verschillende delen zijn afzonderlijk van elkaar te lezen en de hoofdstukken zijn bewust kort en helder gehouden zodat de drempel om het boek op te pakken zo laag mogelijk is.”

Losse eilanden

In het boek zijn ook de uitkomsten te lezen van het onderzoek dat José gehouden heeft onder vijfhonderd professionals die rechtstreeks of zijdelings met kinderen en gezinnen werken. Het gaat onder anderen om professionals van de politie, (kinder)psychologen, huisartsen, (school)maatschappelijk werkers, tandartsen, Spoedeisende Hulp-verpleegkundigen, Veilig Thuis-medewerkers, leerkrachten, wijkagenten en jeugdzorgmedewerkers. “Als begeleider van het onderzoek heb ik kunnen meekijken ‘in de keuken en receptuur’ van deze verschillende professionals. De benadering en werkwijze zijn soms totaal verschillend, maar de warme harten voor de slachtoffers van kindermishandeling zijn hetzelfde. Bij vroegsignalering is het bijzonder helpend als de verschillende disciplines samenwerken, als ze van en met elkaar leren. De meest bevlogen professionals werken heel hard op hun eigen kleine eilandje. Als je het grotere geheel bekijkt dan zie je ineens dat ook het goedbedoelende ‘hulpverlenersland’ op een disfunctioneel gezin lijkt: het zijn allemaal losse eilandjes waarop iedereen vooral alles alleen doet. Vandaar dat mijn adagium is: ‘Vele harten maken licht werk, want alleen samen kunnen we werkelijk het verschil maken!’”

Meer lezen en/of het boek bestellen? Kijk op: dewegnaarbinnen.nl