“Een cijfer geven voor mijn seksuele opvoeding? Een 2. Omdat ik, ja, gewoon heel erg gebrekkige voorlichting heb gehad. En door mijn visuele beperking ook dingen heb gemist.” Een citaat uit een van de interviews met jongvolwassenen met een visuele beperking, waarin we hen vroegen naar hun ervaringen met seksuele voorlichting. Er is op dat vlak een wereld te winnen.

 

Seksuele voorlichting voor jongeren met een visuele beperking krijgt veel te weinig aandacht. Er bestaat wereldwijd nog geen specifiek aangepast voorlichtingsprogramma. Deze jongeren zijn sterk afhankelijk van ouders, begeleiders en leerkrachten als het gaat om het verkrijgen van informatie over seksualiteit en relaties. Het ontbreekt hen aan toegankelijke en niet-(ver)oordelende informatie, zodat zij zelf keuzes kunnen maken, zichzelf kunnen ontplooien en zelf de regie kunnen nemen. Daarom ontwikkelen wij een blauwdruk voor een voorlichtingsprogramma gericht op deze jongeren, hun leerkrachten, begeleiders en ouders.

 

Waarom een voorlichtingsprogramma ontwikkelen?

We merkten dat er een hiaat is als het gaat om seksuele voorlichting voor jongeren met een visuele beperking. Het hiaat betreft vele terreinen, zo is er nauwelijks wetenschappelijk onderzoek gedaan. Er zijn in de afgelopen 10 jaar nog geen 25 artikelen over dit onderwerp gepubliceerd. De meeste onderzoeken werden uitgevoerd door dezelfde onderzoeksgroep in de VS. Professionals, scholen, ouders en jongeren met een visuele beperking hebben geen toegang tot geschikte seksuele voorlichtingsmaterialen, ze moeten het doen met materiaal dat ontwikkeld is voor ziende jongeren. En dat blijkt ongeschikt. Hierdoor zijn deze jongeren extra kwetsbaar.

“Mijn moeder, die heeft ook weleens gezegd tegen mij: ‘Joh, als je dingen wilt voelen qua borsten…’ – en misschien dat ze zelfs het onderlichaam ook nog wel genoemd heeft, dat weet ik niet meer precies, maar ik weet wel dat het bij mij eigenlijk een direct gevoel van schaamte opriep, van: nee, daar ga ik echt niet aan beginnen bij mijn moeder. Hoe kom je op het idee?” zo vertelt een jonge blinde man (29). Een jonge vrouw (27) vertelt: “Ja, op school kregen we iets van voorlichting, maar achteraf gezien was dat echt heel minimaal. We werden gewoon voor een televisie gezet en kregen filmpjes te zien. Ja, wat uitleg over de praktijk en over geslachtsdelen. En ja, ook nog een stukje over grenzen en zo. Maar ja, een filmpje, daar heb ik helemaal niks aan.”

We merken dat de seksuele ontwikkeling van jonge mensen met een visuele beperking ook anders verloopt. Ze zijn vooral later bezig met seksualiteit: “Op de leeftijd dat de meeste jeugd daarmee bezig is ben ik eigenlijk altijd bezig geweest met overleven. Dus ik ben daar op die leeftijd helemaal niet mee bezig geweest. Ik ben daar pas echt mee begonnen vanaf mijn achttiende,” vertelt een jongere van 21 jaar.

 

Schrijnende voorbeelden

Uit de schaarse literatuur, gesprekken met de mensen zelf en met professionals in het veld komen schrijnende voorbeelden naar voren. Een 11-jarig meisje vraagt haar leraar om een condoom vlak nadat ze erachter is gekomen dat ze voor het eerst ongesteld is geworden. Hieruit blijkt dat ze totaal onvoorbereid was. Een 14-jarig meisje (met een hoog IQ) dacht dat haar billen haar borsten waren. Dit resulteerde erin dat ze belachelijk werd gemaakt door haar niet-gehandicapte leeftijdsgenoten. Een vrouw komt er op 35-jarige leeftijd achter dat ze haar maandverband altijd verkeerd om heeft gebruikt. Niemand heeft haar ooit goed uitgelegd hoe het werkt, waar de “vleugeltjes” voor dienen en aan welke kant de plakstrip moet zitten.

 

Extra aandacht

Er is voorlichtingsmateriaal. “Beroemd” is de voorlichtingskoffer van Stichting Bartiméus Sonneheerdt bestaande uit materiaal dat is bijeengesprokkeld door bevlogen medewerkers, deels afkomstig uit de seksshop. Of de levensechte voorlichtingspop van Koninklijke Visio met een gewicht van 70 tot 80 kilo. Niet iets wat je er even spontaan bij pakt in de klas.

Een 25-jarige vrouw antwoordt op de vraag of ze voldoende seksuele voorlichting heeft gehad: “Ik weet het niet, want ik weet niet wat ik niet weet als ze me niets vertellen”. Deze uitspraak werd het motto van ons project. Het doel van ons project is het ontwikkelen van een blauwdruk voor een seksueel voorlichtingsprogramma voor mensen met een visuele beperking. Gebaseerd op wetenschappelijke inzichten, aansluitend bij de behoeften en wensen van jonge mensen, leerkrachten, begeleiders en ouders. We hebben niet de illusie dat we met dit project in twee jaar tijd een volledig programma kunnen ontwikkelen, maar we kunnen wel aan professionals duidelijk maken waar er bij deze jongeren extra aandacht nodig is.

 

Een inclusief project

Het project is een inclusief project, daarmee bedoelen we dat mensen met een visuele beperking bij álle fasen van het project betrokken zijn. Ze hebben zitting in het projectteam en ze zijn betrokken bij het ontwikkelen van het projectidee en de gesprekken met internationale experts, én bij de uitvoering, als co-interviewer. Ze schrijven (mee aan) artikelen, denken mee bij de analyse en de opzet van de lessen.

Meedoen in een project gaat niet vanzelf. Dilana Schaafsma, projectleider, geeft aan: “Door te werken met collega’s met een visuele beperking leer je om de wereld meer te bekijken door die bril. Je denkt meer na over zaken als informatieverwerking, vormgeving, mobiliteit, non-verbaal gedrag en taal. Je moet creatiever leren nadenken, je ervaringsdeskundigen hebben immers misschien niks aan een ondersteunende PowerPoint-presentatie tijdens de ontwikkelbijeenkomst. Dus hoe structureer je informatie of een bijeenkomst op een dusdanige manier dat iemand die blind is ook goed kan meedoen? Daar hebben we in de voorbereiding continu gesprekken over met onze ervaringsdeskundigen. Zij houden ons scherp en ze houden ons een spiegel voor. Want sommige dingen zijn gewoon erg lastig als je blind bent, zoals een complexe Excel-sheet.”

Henriët de Weerd is in dit project actief als ervaringsdeskundige, een nieuwe en leerzame ervaring voor haar: “Wat ik heb geleerd tijdens het afnemen van de interviews en mijn aanwezigheid bij de focusgroepen is dat er te veel voor mensen met een visuele beperking wordt gedacht wat ze nodig hebben en wat niet, zonder ze daarbij te betrekken. Daardoor ontstaat er een compleet verkeerd beeld van wat seksuele voorlichting en vorming voor mensen met een visuele beperking inhoudt. En we hopen materialen te ontwikkelen die realistisch zijn. Wat we nu vaak zien is dat de materialen óf veel te groot en lomp zijn – alsof iedereen rondloopt met een enorme penis of enorme borsten – óf de penis is zo ontwikkeld dat het lijkt alsof het geslachtsdeel van de man bestaat uit één bal, of dat hij er helemaal geen heeft, en als je kijkt naar het geslachtsdeel van de vrouw dan lijkt de clitoris helemaal niet aanwezig te zijn. Toch wel vervelend, als je er tijdens de eerste keer seks met je (seksuele) partner achter komt dat het geslachtsdeel er blijkbaar heel anders uitziet.” Henriët geeft aan dat meedoen aan dit project niet alleen leuk en interessant is: “Ik leer er zelf ook van.”

 

Hoe ver zijn we?

In 2022 zijn we van start gegaan dankzij een subsidie van ZonMw. We zijn op stap gegaan en hebben 21 jongvolwassenen met een visuele beperking geïnterviewd. Daarnaast hebben we ruim 25 volwassenen gesproken (begeleiders, leerkrachten, ouders). En we hebben focusgroepen georganiseerd. Op basis van al deze uitkomsten hebben we materiaal laten ontwikkelen, zogenaamde prototypes. Dit materiaal bestaat uit verschillende soorten vagina’s, penissen, lijven en bustes. Immers, elk lijf is anders, en elk lijf is goed. We maken ook gebruik van materiaal dat ontwikkeld is door Magaly Pirotte, een bevlogen en activistische onderzoeker en directeur van SEX-ED+ in Canada. Het materiaal gaan we dit najaar testen. We willen weten of de modellen voldoen. Zijn ze bruikbaar en waarom? Welk materiaal voelt het prettigst? Krijgen mensen een goed beeld van hoe lijven eruitzien, is het duidelijk genoeg?

Daarnaast zijn we twee lessen voor het onderwijsveld aan het ontwikkelen. De thema’s die aan bod komen zijn non-verbale communicatie en conceptvorming van het lichaam. Ook deze worden getest in de praktijk, zodat we weten wat werkt en zodat ons materiaal aansluit bij de wensen en behoeften van de gebruikers.

Ondertussen zitten we niet stil. In de aanloop naar dit project hebben we inmiddels twee podcasts gemaakt met dank aan de financiële ondersteuning van het MenzisFonds en de faciliteiten van Fontys Hogeschool:Love is Blind – In gesprek over seksuele voorlichting met en voor mensen met een visuele beperking en Daten met een visuele beperking (beide zijn te vinden op YouTube). We geven presentaties en (wetenschappelijke) artikelen over de uitkomsten van onze onderzoeken worden voorbereid. Op deze manier willen we aandacht vragen voor dit onderwerp. Waarom? Omdat het bittere noodzaak is.

 

Onderzoeksgroep

  • Joke Stoffelen is lid van de projectgroep, werkzaam als senior projectleider bij Zorgbelang Inclusief en gepromoveerd op het onderwerp seksualiteit. Contactgegevens: jokestoffelen@zorgbelanginclusief.nl
  • Henriët de Weerd is lid van de projectgroep en actief als ervaringsdeskundige.
  • Jill Mecking is als ervaringsdeskundige verbonden aan dit project. Ze is actief binnen de RIS-werkgroep (relaties, intimiteit en seksualiteit) bij Stichting Bartiméus en belangenbehartiger namens De Ongeziene Blinden.
  • Dilana Schaafsma is projectleider van dit project, werkzaam als associate lector bij Fontys Pedagogiek en gepromoveerd op het onderwerp seksuele voorlichting.
  • Christel van der Horst is lid van de projectgroep en daarnaast centrale aandachtsfunctionaris RIS bij Stichting Bartiméus en mede-eigenaar van Fabriek 69 (expertisecentrum relaties, intimiteit, seksualiteit en misbruik).
  • Bram Vedder is lid van de projectgroep en werkzaam als ambulant woonbegeleider en aandachtsfunctionaris RIS bij de Robert Coppes Stichting.

 

Door: Stoffelen, J., De Weerd, H., Mecking, J., Schaafsma, D., Van der Horst, C., & Vedder, B. (2023). ‘Ik weet niet wat ik niet weet’: Seksuele voorlichting voor jongeren met een visuele beperking. verschenen in VLAM Magazine, 3/2023.

Cartoons door: Kim Duchateu, te volgen via zijn Instagram pagina

Sabine Meulenbeld (trainer, ontwikkelaar en adviseur op het gebied van genderbalans en genderbias) schreef het boek dat ze zelf als hulpverlener heeft gemist. “En ook het boek waarvan ik had gewild dat de volwassenen om mij heen het gelezen hadden toen ik jong was.” In december 2023 is haar voorlichtingsboek ‘De kracht van positieve seksualiteit – Acht ingrediënten om met jongeren over seksuele vorming te praten’uitgekomen, vol met lichaamsgerichte en activerende werkvormen. “Mijn missie is dat vrouwen kunnen genieten van hun vrouw-zijn en seksualiteit dankzíj hun vrouw-zijn, niet ondanks hun vrouw-zijn.”

Sabine is lang als lichaamsgericht therapeut werkzaam geweest op het gebied van seksuele grensoverschrijding in al haar facetten, en ze zag van dichtbij wat er mis ging: de handelingsonzekerheid van volwassenen, misinformatie, de culturele en maatschappelijke klem waarin jongeren soms vastzitten. “Maar ik ontdekte gaandeweg ook de ingrediënten die kennelijk helpen om positieve seksuele interacties een kans te geven. Gek eigenlijk, dat we als we zelfstandig leren lopen, rekenen of autorijden als vanzelfsprekend aan de hand meegenomen worden – maar als het om seksuele groei en seksuele ontwikkeling gaat verwachten we ineens dat het met een paar adviezen over het voorkomen van rampen allemaal wel los zal lopen! Als de traditionele nee-boodschap – ‘Loop geen soa op, bewaak je grenzen, zorg dat je niet zwanger raakt’ – had gewerkt dan hadden we dat allang terug moeten zien in dalende cijfers van seksueel geweld. De meest beschermende factor tegen seksuele grensoverschrijding is seksuele autonomie. Hoe kun je immers je grenzen aangeven als je niet weet wat je wensen zijn?”

“Wat je met je lijf doet, sijpelt dieper binnen in je hersenen en beklijft”

 

Als het gaat om seksuele vorming is informatieoverdracht van hoofd tot hoofd volgens haar niet de meest effectieve methode. “Wat je met je lijf doet, sijpelt dieper binnen in je hersenen en beklijft. Zo kun je ook werkelijk bij al die verzamelde informatie op het moment suprême. Daarom staat mijn boek vol met lichaamsgerichte en activerende werkvormen. Je gaat echt aan de slag met jongeren. Acht ingrediënten vormen daarbij de leidraad – dat zijn ingrediënten die ik ontdekte bij mijn cliënten: wanneer deze aanwezig waren was de kans op positieve seksuele ervaringen groter. En bij afwezigheid merkte ik dat er meer nare seksuele ervaringen waren. Preventie is traditiegetrouw gericht op rampenbestrijding, maar mensen hebben meestal seks met elkaar omdat ze plezier willen beleven. Kennis daarover – wat bij je past, wanneer, waarom, hoe en met wie – dát maakt weerbare jongeren.”

Sabine merkt dat men het vaak ongemakkelijk vindt om met jongeren te praten over hoe ze leuke seks kunnen maken. En al helemaal als het gaat over het voelen van plezier. Met haar boek wil ze mensen helpen om dit gesprek op een luchtige manier op gang te brengen, zodat de jongere ook wil meedoen en er echt iets aan heeft. Een van haar lievelingsoefeningen uit het boek past bij het ingrediënt ‘Delen’ en heeft alles te maken met een stroopwafel: “Je zegt tegen de jongere dat jullie een stroopwafel zullen delen. Vervolgens geef je de jongere maar een klein stukje. Dikke teleurstelling natuurlijk! Op basis daarvan kun je een gesprek aangaan over hoe de verdeling is van genot. Bij seks laat je ook niet iemand zitten met de kruimels. Toch is er bijvoorbeeld een orgasmekloof – mannen komen binnen heteroseksuele relaties vaker vanzelfsprekend klaar dan vrouwen – en wordt het einde van een vrijpartij nog best vaak ingeluid als de man zijn hoogtepunt heeft bereikt. Wat maakt dat we daarmee akkoord gaan – niet alleen de vrouwen, maar ook die mannen? Beetje vreemd anno 2023. Dan kan beter! Zo’n oefening helpt om gelijke kansen in bed “tastbaar” te maken, op een luchtige manier.”

“Door het gegiechel heen spitsen ze heus wel hun oren en draagt jouw boodschap bij aan hun verdere seksuele leven”

 

En dat er misschien wat ongemak bij zo’n gesprek komt kijken, ach. Zie dat als een leerproces. Sabine: “Wat ik leuk vind op dit specifieke moment in mijn leven is dat ik steeds kwetsbaarder en reflectiever durf te zijn – met alle ongemakkelijkheid van dien overigens. En dat ik milder kan kijken naar de momenten waarop het me nog niet lukt. Ik heb nog een lange weg te gaan daarin.”

Tot slot wil ze nog twee tips meegeven als het gaat om de kracht van positieve seksualiteit: “In mijn boek nodig ik de lezer vaak uit om te reflecteren op diens eigen seksuele ontwikkeling en de invloed daarvan op diens denkbeelden. Sla die oefeningen niet over! Hoe meer je die oefeningen zelf aan durft te gaan, hoe eerlijker je jongeren kunt begeleiden. Verder hoor ik vaak als argument om gesprekken over seksualiteit met jongeren uit de weg gaan: ‘Ja, maar dan gaan ze giechelen’. Mijn tip: Laat ze lekker giechelen! Ze lachen je niet uit en het is ook geen teken dat ze het onderwerp niet serieus nemen. Het ís ook gewoon een spannend en leuk onderwerp. En door het gegiechel heen spitsen ze heus wel hun oren en draagt jouw boodschap bij aan de positieve blauwdruk van hun verdere seksuele leven. Eervol toch?”

 

Sabines boek ‘De kracht van positieve seksualiteit’ is nu verkrijgbaar bij Van Duuren Media of via de boekhandel.

Begin 2023 was Sabine gasthoofdredacteur van Vlam-magazine nr. 1-2023 (Geprint en Digitaal nog te verkrijgen via de webshop van Vlam). In dit nummer vind je ook een groot interview met haar.

Door Fabriek69 & Vlam Magazine

Foto van Sabine door fotograaf Roderique Arisiaman

 

Monique Bijkerk is van een organisatie die bemiddeld in intieme zorgvraag voor mensen in kwetsbare doelgroepen, Stichting Snoezelzorg. Christel en Jeroen spraken haar voor onze podcast.

In deze podcast hoor je van alles over het inzetten van sekszorg, dienstverlening voor intimiteit en seksualiteit voor mensen die daar behoefte aan hebben, maar daarin soms tegen beperkingen aanlopen.

Wat is sekszorg? Hoe ver gaat deze zorg? Hoe begeleid je mensen bij hun seksuele en intieme hulpvraag binnen je organisatie. Hoe zet je een seksverzorgende in? En wat zijn de voordelen hier van? Waarom heet iemand die door stichting Snoezelzorg wordt ingezet geen sekswerker?

In dit openhartige gesprek hoor je wat erbij komt kijken en hoe zorgvuldigheid daarin van belang is.

Luister hier naar de podcast:

 

 

Wat te doen om sekszorg in je organisatie mogelijk te maken?

Nog nooit van Sekszorg gehoord of lukt het niet jouw cliënt te begeleiden bij de intieme zorgvraag? Je bent niet de enige.

Relaties, intimiteit en seksualiteit (RIS) zijn beladen thema’s in zorg, onderwijs en welzijn. “Seks legt alles bloot”, zei ooit een van de managers waar onze collega’s Jeroen en Christel kwamen.

Wanneer je graag wil dat ook de intieme beleving van mensen gewaarborgd wordt, dan is het van belang dat je dat binnen de hele organisatie goed geregeld hebt.

Christel en Jeroen schreven daarom een boek voor managers en beleidsmakers in onderwijs, zorg en welzijn.

Vanuit visie, eigen ervaring op de thema’s van RIS en in het begeleiden van organisaties schreven zij het boek; Het grote van 9tot5 taboe.

Hierin vind je veel kennis, ervaringen en praktische tips om bijvoorbeeld het inzetten van Sekszorg binnen je organisatie goed te regelen.

Het boek is te bestellen via o.a.: managementboek.nl

Regelmatig worden wij gevraagd om wat te vertellen over seksualiteit bij een ouderinitiatief. Een ouderinitiatief wordt vaak ondernomen door ouders van kinderen met een beperking. Iedereen begint vol enthousiasme en we gaan het leven van ‘onze’ kinderen prettig en fijn maken. Er worden afspraken gemaakt over de voorwaarden om er te kunnen wonen. Over de inrichting, eten, drinken, boodschappen, financiën, rooster voor personeel en vaak gaan er ouder(s) in het bestuur zitten. Wat vaak vergeten wordt zijn de omgangsvormen met de jongeren (cliënten) onderling. De (seksuele) relaties die kunnen ontstaan, verliefdheden, het uit gaan van de verkering enzovoort. We hebben het dan natuurlijk over seksualiteit. Al deze jongeren komen uit een ander nest met eigen normen en waarden en overtuigingen. Al deze jongeren hebben een eigen opvoeding achter de rug. Zo ook een eigen seksuele opvoeding en vorming. En heel vaak komen wij in de praktijk tegen dat de seksuele opvoeding en vorming bij een ouderinitiatief worden overgeslagen of om daar heldere en duidelijke afspraken over te maken met elkaar.

Relaties, intimiteit en seksualiteit wordt vaak pas besproken als het ‘een onderwerp’ wordt. En dat ‘onderwerp’ heeft dan vaak een negatieve lading. Bijvoorbeeld twee jongeren worden verliefd, het gaat uit en er worden beschuldigingen over en weer gemaakt, of er wordt gedwongen tot seks, of er wordt van alles geruild tegen seks, of er komt een vreemde aan de deur voor één van de dames en dat blijkt later een loverboy te zijn. Kortom: problemen over dit thema. In het begin denken ouders of de initiatiefnemers van het huis, dat gebeurt niet bij onze ‘kinderen’. Maar zoals eigenlijk altijd lopen ouders meestal achter de feiten aan, en zeker als het gaat om seksualiteit. Dat is bij kinderen zonder beperking het geval en dus ook bij kinderen met een beperking.

Het ander punt waartegen aan wordt gelopen is dat men bij seksualiteit gelijk aan penetratie denkt. Maar seksualiteit houdt veel meer in dan penetratie. Seksualiteit gaat over hoe je met elkaar omgaat, hoe is je lijf en dat van een ander, wat is fijn en wat is minder fijn, aanraken, zoenen, flirten, val ik op mannen of vrouwen, wat is vriendschap en wat is een relatie etc. We zijn geneigd om de aandacht te vestigen op wat allemaal niet mag, dit om veel zaken te voorkomen en daar maken we dan vaak veel afspraken of zelfs verboden over. Dit werkt meestal niet positief. Want hoe leuk is het om wat te doen en te experimenteren voor iets wat verboden is. Als men denkt, “we stoppen een groep van 12 jongeren met een verstandelijke beperking in een huis en er gebeurt niets op het gebied van seksualiteit”, dan is dat op zijn minst naïef te noemen. Het belangrijkste is dat eruit wordt gegaan van een gezonde seksualiteitsbeleving, dat men insteekt op positieve seksualiteit, dat er veel herhaald wordt en dat begeleiders, ouders en bestuur hier positief over seksualiteit en seksuele vorming communiceren en er naar handelen vanuit ieders taak en verantwoordelijkheid.

Hoe mooi zou het zijn als er bij een ouderinitiatief relaties, intimiteit en seksualiteit en seksualiteitsbeleving besproken wordt vóór dat eenieder er gaat wonen, en ook als iedereen er woont
Daarom hier enkele TIPS!

Maak een helder visie stuk van waar het ouderinitiatief voor staat rondom relaties, intimiteit en seksualiteit. Zorg dat het helder is omschreven en in samenspraak is met de algemene visie. Ga altijd uit van de seksuele gezondheid.
De WHO zegt dat ieder mens recht heeft op gezonde seksualiteit beleving ook bij mensen met een beperking. Neem dit mee in het beleid. Laat dit het uitgangspunt zijn!
Kijk op het kennisplein de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) voor handige informatie.
Mocht er dan toch wat fout gaan, zorg dat er een helder protocol is waarin duidelijk staat beschreven wie wat moet doen en wat ieders rol, taak en verantwoordelijkheid is.
Zoek desnoods samenwerking met een grotere instelling voor bepaalde ondersteuning (bijv. een taxateur voor taxatiegesprekken).
Omschrijf ook altijd helder wat de taak en de rol van het bestuur is zeker als één van hun eigen kinderen woonachtig is in het ouderinitiatief.
Voorkom dat er ruzie en onenigheid ontstaat door heldere communicatie. (Vermeend) seksueel misbruik kan partijen tegenover elkaar zetten wat veel ellende kan veroorzaken. Ze noemen dit ook wel splijting.

Kortom: maak duidelijke en heldere afspraken met elkaar vóór de definitieve verhuizing van de jongeren naar het ouderinitiatief. Daar kan men een hoop ellende voor de jongere mee besparen.
Wil je hier meer informatie over of heb je ondersteuning nodig medewerkers van Fabriek69 kunnen op vele facetten van dit thema ondersteuning bieden.

Neem contact met ons op voor meer informatie.